Filter results

9844 resultaten

TU Delft staat op de 2e plaats in de SustainaBul

Op vrijdag 24 mei 2024 vond de uitreiking van de SustainaBul plaats, georganiseerd door Studenten voor Morgen. TU Delft staat op de tweede plaats in de Sustainabul. De een ranglijst representeert de duurzame prestaties van hoger onderwijsinstellingen in Nederland; duurzaamheid in het onderwijs, onderzoek en in de bedrijfsvoering. We zijn trots dat we van plek 8 naar plek 2 zijn gestegen in de SustainaBul 2024! Marie-Anne, voorzitter GreenTU Javier Trescoli Garcia, GreenTU Educatie, Monika Roeling, onderzoeker Duurzaamheid in het Onderwijs en Marie-Anne, Voorzitter GreenTU. Puntentelling Elke hoger onderwijsinstelling vult een vragenlijst in en deelt een best practice op het gebied van duurzaamheid. Op basis van deze input krijgen instellingen punten. GreenTU, het groene studentenbestuur van TU Delft, heeft een vragenlijst ingevuld en een best practice gedeeld met Studenten voor Morgen. In 2023 stond TU Delft op plaats 8. Dit jaar heeft TU Delft meer punten gekregen voor onderzoek en onderwijs. Op het gebied van bedrijfsvoering zijn er nog punten te behalen. Best Practice Award In oktober 2023 is de GreenDatabase gelanceerd. Dit is een interactief online overzicht met alle duurzame vakken gelinkt aan de Sustainable Devlopement Goals aan TU Delft. De TU Delft haalde de top 5 voor de ‘Best Practice’ award. We zijn vastbesloten om ons als universiteit het komende jaar te blijven verbeteren op alle niveaus van duurzaamheid en hopen dat terug te zien in de resultaten van de SustainaBul 2025. GreenTU bestuur Met een tweede plaats op de ranglijst worden duurzame prestaties aan de universiteit erkent. TU Delft heeft de ambitie om in 2030 volledig CO ₂ -neutraal, klimaatadaptief en circulair te opereren, met aandacht voor de leefkwaliteit en biodiversiteit. Meer over de SustainaBul, hier . Meer over de duurzaamheidsambities, hier .

Leven creëren uit levenloze biomoleculen met AI en lab-evolutie

“Wat is leven? Kunnen we levende cellen maken van levenloze moleculen?” vroeg een multidisciplinair team van Nederlandse wetenschappers zich af. Om deze vragen te beantwoorden wil het onderzoeksteam, onder leiding van TU Delft, een levende synthetische cel bouwen van levenloze biomoleculen, waarbij ze voor het eerst gebruik maakt van laboratorium-evolutie en kunstmatige intelligentie. Het tienjarige onderzoeksprogramma daartoe, getiteld ‘Evolving life from non-life’ (EVOLF) kreeg van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) 40 miljoen euro toegekend in het kader van de Summit-subsidieregeling. Medeaanvrager Gijsje Koenderink (TU Delft): “Het is fascinerend, alle levensvormen bestaan uit cellen, en alle cellen bestaan uit moleculen. Opvallend is dat deze moleculen niet leven, maar de cel wel. Hoe ontstaat een levende cel uit levenloze moleculen? Hoeveel componenten zijn er minimaal nodig en hoe moeten ze worden gecombineerd om een levende cel te creëren? Dit is de grote vraag waar we mee aan de slag gaan de komende tien jaar.” Nieuwe benadering EVOLF Het EVOLF-team wil de kloof tussen niet-leven en leven overbruggen door een levende synthetische cel te bouwen uit levenloze biomoleculen. Deze aanpak bouwt voort op hun eerdere pionierende werk in biofysica en biochemie, waarbij de onderzoekers cellulaire modules ontwierpen voor een minimaal genoom, metabolisme en celdeling. Dit werk heeft de basis gelegd voor de constructie van een daadwerkelijk levende synthetische cel. Met een geheel nieuwe benadering die gebruikt maakt van artificiële intelligentie en gerichte laboratorium-evolutie om het bouwen van synthetische cellen te versnellen hoopt het team antwoord te krijgen op de vraag hoe leven werkt. Hoofdaanvrager Cees Dekker (TU Delft): “Onze droom is een levende cel te creëren uit levenloze moleculen. Met behulp van AI kunnen we veel effectiever parameters scannen om complexe netwerken van biochemische reacties te optimaliseren. Ons doel is om cellulaire functies in één synthetische cel te integreren die autonoom kan repliceren, communiceren en evolueren. Daarnaast gaan we het wetenschappelijke werk nauw verbinden met filosofisch en ethisch onderzoek.” Dekker benadrukt: “In ons ‘living lab’ zullen filosofen en geesteswetenschappers samen met natuurwetenschappers werken aan een nieuwe definitie van wat leven is, en aan richtlijnen voor ‘verantwoordelijk onderzoek’ om de omstandigheden te scheppen waaronder mensen de volledige controle behouden over synthetisch leven.” Partners consortium EVOLF en Summit-subsidie Het EVOLF-consortium bestaat uit wetenschappers van de TU Delft, AMOLF, Rijksuniversiteit Groningen, Radboud Universiteit, Wageningen University & Research, Hubrecht Instituut en VU. Met de Summit-subsidie kan het consortium in totaal 100 promovendi, postdocs en technici aanstellen en kritische infrastructuur en ondersteunende technologieën installeren. Door de droom te verwezenlijken van het bouwen van een synthetische cel –door Dekker “één van de grootste uitdagingen van deze eeuw” genoemd– streeft het consortium naar een doorbraak in de levenswetenschappen, vergelijkbaar met de ontdekking van de dubbele helix van DNA of de ontcijfering van het menselijk genoom. Lees ook: Van quantum tot klimaat: vijf teams van topwetenschappers ontvangen Summit grant | NWO Meer informatie Wil je meer weten over levende synthetische cel bouwen uit levenloze biomoleculen? Neem dan gerust contact op met: Cees Dekker , c.dekker@tudelft.nl / 06 3036 2478 Gijsje Koenderink , g.h.koenderink@tudelft.nl / 06 4877 5702 Fien Bosman , persvoorlichter Health & Care TU Delft – f.j.bosman@tudelft.nl / 06 2495 3733 Meer over het onderzoek van Cees Dekker Meer over het onderzoek van Gijsje Koenderink Prof.dr. C. Dekker C.Dekker@tudelft.nl Prof.Dr. G. Koenderink g.h.koenderink@tudelft.nl

Half Height Horizontal

Oude nederzettingen in Colombia traceren met remote sensing

Een team van de LDE -alliantie (Universiteit Leiden, TU Delft en Erasmus Universiteit Rotterdam) vroeg zich af of het mogelijk is om met remote sensing-technieken te speuren naar tekenen van oude nederzettingen in de jungle. Voor een expeditie in een dichtbegroeid bos in Colombia sloeg het team, waaronder remote sensing expert Felix Dahle van de TU Delft, de handen ineen met archeologen en drone-experts uit Colombia. In bergachtige bossen zijn drones een betaalbare oplossing om het gebied in kaart te brengen. Vanaf de grond zijn de locaties vaak slecht of niet toegankelijk. Een LiDAR-laserscanner heeft zijn waarde al bewezen in kustwaarnemingen , maar de vraag was of LiDAR de dichte boomtoppen kon omzeilen. Bomen reflecteren de laser, dus het was cruciaal om dichtbij te vliegen zodat de laser zijn weg door het bladerdek kon vinden. Het team monteerde een draagbare LiDAR-laserscanner op een drone en ging op expeditie in de buurt van oude terrassen van de Tairona-cultuur in de Sierra Nevada van Santa Marta. “We moesten de juiste plek vinden. Dicht bij de archeologische vindplaatsen en toch veilig boven het bladerdak”, zegt Felix Dahle. En het is gelukt. De LiDAR-laserscanner maakte een puntenwolk en een gedetailleerd 3D-model van het landschap. “We waren in staat om oude terrassen in de jungle zichtbaar te maken. We ontdekten dat we door het bos heen kunnen scannen als het niet te dicht is, maar sommige gebieden bleven ondoorgrondelijk. We konden ook verschillende vegetatietypen onderscheiden, wat ook van grote waarde kan zijn bij het vinden van onontdekte archeologische vindplaatsen.”

TU Delft jointly wins XPRIZE Rainforest drone competition in Brazil

TU Delft wint gezamenlijk XPRIZE Rainforest competitie in de Amazone, Brazilië Stel je zich voor: snelle en autonome robottechnologie gebruiken voor onderzoek naar de groene en vochtige longen van onze planeet; onze wereldwijde regenwouden. Drones die autonoom eDNA samplers en netten voor in boomtoppen inzetten, brengen de rijke biodiversiteit van deze complexe ecosystemen aan het licht en onthullen de effecten van menselijke activiteiten op de natuur en klimaatverandering. Op 15 november 2024, na vijf jaar intensief onderzoek en competitie, bereikte het ETHBiodivX-team, waarvan ook Luchtvaart- en Ruimtevaartonderzoekers van de TU Delft, Salua Hamaza en Georg Strunck, deel uitmaakten, een opmerkelijke mijlpaal: het winnen van de XPRIZE Rainforest Bonus Prize voor uitmuntende inspanningen bij het gezamenlijk ontwikkelen van inclusieve technologie voor natuurbehoud. Het doel: geautomatiseerde technologie en methoden ontwikkelen om bijna realtime inzichten te krijgen in biodiversiteit - het leveren van noodzakelijke gegevens die kunnen bijdragen aan behoud en beleid, duurzame bio-economieën kunnen ondersteunen en inheemse volkeren en lokale gemeenschappen, die de belangrijkste beschermers en kennishouders zijn van de tropische regenwoudens op aarde, meer macht kunnen geven. Het ETHBiodivX team, bestaande uit experts in Robotica, eDNA en Data Insights, ging de enorme uitdaging aan om de manier waarop we ecosystemen monitoren te automatiseren en te stroomlijnen. Aan het hoofd van de robotica-afdeling, een samenwerking tussen Universitair Hoofddocent Salua Hamaza van de TU Delft, prof. Stefano Mintchev van de ETH Zürich en prof. Claus Melvad en Toke Thomas Høye, ontwikkelt baanbrekende robotoplossingen om autonoom ecologische en biologische gegevens te verzamelen. “We stonden voor de immense uitdaging om robots in het wild in te zetten - en niet zomaar in een buitenomgeving, maar in een van de meest veeleisende en onbekende: de natte regenwouden. Dit vereiste buitengewone inspanningen om robuustheid en betrouwbaarheid te garanderen, waarbij we de grenzen verlegden van wat de hardware kon bereiken voor autonome gegevensverzameling van beelden, geluiden en eDNA in het Amazonegebied”, zegt universitair hoofddocent Hamaza. “Uiteindelijk zal deze technologie beschikbaar zijn voor inheemse gemeenschappen als hulpmiddel om de voortdurende veranderingen in de biodiversiteit van het bos beter te begrijpen, die de lokale bevolking voorziet van essentiële hulpbronnen zoals voedsel en onderdak.” . . . .

Veiligere en efficiëntere bloedvatbehandelingen door innovatieve kathetertechnologie

Wereldwijd worden jaarlijks meer dan 200 miljoen katheters gebruikt voor de behandeling van vaatziekten zoals hartaandoeningen en slagadervernauwing. Hoewel essentieel, brengt het gebruik van katheters risico’s met zich mee: wrijving tussen de katheter en de vaatwand kan complicaties veroorzaken. Een nieuwe technologie, ontwikkeld door Mostafa Atalla en zijn team, biedt een oplossing. Met één druk op de knop kan de wrijving van de katheter worden aangepast, van maximale grip naar volledige gladheid. Deze innovatie belooft niet alleen veiligere, maar ook efficiëntere endovasculaire procedures mogelijk te maken. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift IEEE. Slimme katheter met instelbare wrijving Het nieuwe katheterprototype is uitgerust met geavanceerde technologie die de wrijving tussen de katheter en vaatwand nauwkeurig reguleert via ultrasone trillingen. Dit mechanisme zet via ultrasone trillingen de dunne vloeistoflaag onder druk waardoor de wrijving dynamisch kan worden aangepast: lage wrijving voor soepele navigatie door bloedvaten en hogere wrijving voor optimale stabiliteit tijdens een procedure. Tests tonen aan dat deze techniek de wrijving op harde oppervlakken met gemiddeld 60% vermindert en op zachte oppervlakken met 11%. Veelbelovende resultaten Bij experimenten op dierlijk aortaweefsel heeft het prototype zijn potentieel bewezen. Deze innovatie kan niet alleen bij vaatbehandelingen worden ingezet, maar mogelijk ook bij andere medische procedures, zoals interventies in de darmen. De onderzoekers zijn nu bezig de technologie verder te ontwikkelen en te testen op bredere toepassingen. Meer informatie Publicatie DOI: 10.1109/TMRB.2024.3464672 Toward Variable-Friction Catheters Using Ultrasonic Lubrication | IEEE Journals & Magazine | IEEE Xplore Mostafa Atalla: m.a.a.atalla@tudelft.nl | Aimee Sakes: a.sakes@tudelft.nl | Michael Wiertlewski: m.wiertlewski@tudelft.nl Wil je een demonstratie bijwonen of in contact komen met een van de onderzoekers neem contact op met: Fien Bosman, persvoorlichter TU Delft Health: f.j.bosman@tudelft.nl/ 0624953733