Filter results

9836 resultaten

Lokaal onderzoek van onschatbare waarde voor studenten en wijken

Impact for a better society is al sinds 2018 het motto van de TU Delft. Eén van de manieren om deze woorden te laten leven is het opleiden van maatschappelijk betrokken ingenieurs. Het programma TU Delft | WIJStad helpt studenten uit hun bubbel, zodat ze niet alleen kennis opdoen in collegezalen, maar ook leren van interactie met mensen buiten de universiteit, in de wijk, op straat. Daarvoor kun je naar Rotterdam, Den Haag, of een andere grote stad, maar impact maken kan ook gewoon hier, in Delft. Zo onderzochten vier studenten Bouwkunde tijdens hun master track building technology hoe ze meer verbinding konden realiseren tussen bewoners en organisaties in de wijken Tanthof, Buitenhof en Voorhof. Tegelijkertijd wilden ze maatschappelijke problemen zoals duurzaamheid en de energietransitie ter sprake brengen. Geen makkelijke opgave. De studenten brachten tien weken door in de wijken, maakten analyses, bezochten bewoners en organisaties en leerden de buurten op een hele andere manier kennen. Onderzoek teruggeven aan de wijk Uiteindelijk presenteerden ze hun bevindingen tijdens een workshop bij Stichting Stunt in de vorm van gave wandelroutes langs bijzondere plekken in de wijk. Het op locatie terugkoppelen van inzichten en ideeën is een belangrijk aspect waar het programma WIJStad bij helpt. Hierdoor bouwen we aan een duurzame relatie met de stad en maken we letterlijk impact. Geconfronteerd met een heel ander Delft Voor Luuk van der Horn, die voor zijn bachelor eindproject meeliep met Duurzaam 015 en op bezoek ging bij inwoners van Delft om te helpen met energiebesparende maatregelen, was de impact enorm. In zijn nawoord schrijft hij: “Het heeft me verbaasd en laten realiseren in wat voor verschillende omstandigheden mensen leven. Ik ben geconfronteerd met een heel ander Delft dan studentenstad Delft.” Maar het bleef niet alleen bij het onderzoek. Hij werd door het project geïnspireerd om het boek 'Armoede uitgelegd aan mensen met geld’ van Tim S’Jongers te lezen en herkende de problematiek die hijzelf was tegengekomen. “Ik denk dat iedere ambtenaar en bestuurder die iets met armoedebeleid te maken heeft mijn ervaringen zou moeten meemaken en dit boek zou moeten lezen. Dan zal er een heel ander en eerlijker armoedebeleid ontwikkeld worden, met veel meer oog voor het welzijn van mensen”, eindigt hij zijn nawoord. Volgens Van der Horns begeleider, universitair hoofddocent Jan Anne Annema, geven precies dit soort inzichten zo’n enorme meerwaarde aan lokale projecten. “Studenten komen soms voor het eerst in contact met lokale bewoners en hun ‘dagelijkse problemen’, dat vergeten ze de rest van hun leven niet meer. Hij beseft dat deze vorm van onderwijs voor veel docenten te veel tijd kost. “De meest efficiënte vorm van onderwijs is natuurlijk het geven van colleges, en het afbakenen van opdrachten voor studenten, zodat je in je eigen straatje blijft.” Ook voor Annema is het veel werk. Toch haalt hij er veel energie uit. “Voor mij gaat doceren om het zien groeien van studenten. Die curve, die interesseert me. Tijdens dit soort praktijkonderzoeken leren ze fouten maken en ontwikkelen ze zich enorm. Kijk naar van der Horn, die een heel nieuw wereldbeeld gekregen heeft. Dat is van onschatbare waarde en creëert impact op zoveel verschillende niveaus. Naar mijn mening zou deze vorm van onderwijs veel vaker gegeven moeten worden.” Ook een vak verbinden aan een lokaal vraagstuk? Neem contact op met TU Delft | WIJStad via wijstad@tudelft.nl . Visualisatie van Delft-West van studenten voor het vak Designing for Society.

Wijkuniversiteit als boegbeeld voor een maatschappelijk betrokken TU Delft

“Wat echt fantastisch zou zijn’, mijmerde Pieke Hoekstra, hoofd van het team Community Engagement and Outreach, twee jaar geleden met een collega van de Haagse Hogeschool: Een wijkuniversiteit. Een serieuze plek in een wijk die heel anders is samengesteld dan onze campus, waar kinderen en jongeren kunnen profiteren van een netwerk van studenten en docenten en waar ze in aanraking komen met de nieuwste technologieën. Een plek waar universiteit en bewoners elkaar ontmoeten, van elkaar leren en waar bewoners vooral ook zelf mogen bepalen wat voor activiteiten belangrijk zijn in de wijk. Een wild idee dat de afgelopen twee jaar niet meer uit het hoofd van Hoekstra te krijgen was. Ze begon het idee overal te delen, met collega’s, organisaties in de wijk en de gemeente. Het lijkt nu werkelijkheid te worden via de Regio Deal Delft-West. Als alles goed gaat, zijn er vanaf januari 2025 middelen beschikbaar om de wijkuniversiteit daadwerkelijk tot leven te brengen. Bijdragen aan kansen voor kinderen en jongeren Maar wat is dat dan, die wijkuniversiteit? Momenteel nog volop een verkenning. “We zijn nog op zoek naar de juiste organisatievorm, een fysieke plek en de invulling van het programma”, vertelt Hoekstra. “Juist hier willen we af van de aanname dat de universiteit als enige alle kennis en oplossingen heeft. Daarom werken we samen met hogescholen en mbo’s, maar ook met verschillende maatschappelijke organisaties in Delft-West, waar de wijkuniversiteit moet gaan komen. De allereerste vraag is nu: Wat hebben buurtbewoners nodig, wanneer draagt een wijkuniversiteit bij aan de toekomstdromen van hun kinderen en welke activiteiten passen daar wel en niet bij? We willen echt bijdragen aan de kansen voor kinderen en jongeren.” Als voorbeeld noemt ze de Presikhaaf University in Arnhem. Dit is geen ‘echte’ universiteit zoals wij die kennen, maar een succesvol programma voor jongeren in de wijk Presikhaaf. Ze werken aan gelijke kansen en ontwikkeling voor alle jongeren en “ronselen” naar eigen zeggen “voor een betere wereld”. Wat Hoekstra hier zo goed aan vindt is de co-creatie tussen jongeren en Arnhemse organisaties. “Het Openluchtmuseum bijvoorbeeld geeft niet simpelweg een paar vrijkaarten. Presikhaaf University ontwikkelt met hun jongeren in co-creatie en via design thinking een plan om ook voor hen tot een aantrekkelijk museum te komen. Ook kwamen ze met een voorstel bij de gemeente om nieuwe straatnamen te maken, gebaseerd op de helden van de jongeren.” Gelijkwaardig participeren Ook Imperial College in Londen is een inspiratiebron voor Hoekstra. “Met het Young People Program ontwerpen jongeren uit bepaalde buurten, onder begeleiding activiteiten die op grote festivals van het Imerpal College echt worden gelanceerd. De jongeren worden gelijkwaardig behandeld en krijgen voor hun inspanning betaald, wat ontzettend goed is voor hun zelfvertrouwen en eigenwaarde. Het team van Hoekstra bevat sinds een aantal maanden twee kennismakelaars, die de banden met zowel die buurten als de andere kennisinstellingen verstevigen. De ogen zijn gericht op Delft-West (de wijken Tanthof-West, Buitenhof en Voorhof). Dit is geen toeval. Deze wijken zijn onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, waarmee de rijksoverheid de toekomst van bewoners wil verbeteren. De gemeente Delft investeert de komende twintig jaar in deze wijken, om bewoners dezelfde kansen te geven op het gebied van wonen, gezondheid, werk en onderwijs. Meerwaarde voor TU Delft Maar wat heeft de TU hieraan? Waarom tijd en moeite investeren in een wijkuniversiteit, die nog niet eens een duidelijke vorm heeft? “Allereerst gaat het hier om kansengelijkheid” zegt Hoekstra. “We hebben de kans iets wezenlijks bij te dragen aan de ontwikkeling van kennis, talent en het netwerk van jonge mensen in onze stad”. Dit lijkt ook de perfecte lokale invulling van impact for a better society: echte impact, gericht op een specifiek deel van de maatschappij. Daarbij streeft de TU Delft naar civic engagement, zoals in het strategisch framework te lezen is. We leiden maatschappelijk betrokken ingenieurs op, die uit hun bubbel leren komen en samenwerken in de echte wereld met echte vraagstukken vanuit de maatschappij om ons heen. Tegelijk willen we ook een relevante bijdrage leveren aan onze directe omgeving. De wijkuniversiteit heeft de potentie om deze bijdrage te worden.” Pieke Hoekstra, initiatiefnemer van de "Wijkuniversiteit"

Half Height Horizontal

Students Amos Yusuf, Mick Dam & Bas Brouwer winners of Mekel Prize 2024

Master students Amos Yusuf, from the ME faculty (Mick Dam, from the EEMCS faculty and graduate Bas Brouwer have won the Mekel Prize 2024 for the best extra scientific activity at TU Delft: the development of an initiative that brings master students into the classroom teaching sciences to the younger generations. The prize was ceremonially awarded by prof Tim van den Hagen on 13 November after the Van Hasselt Lecture at the Prinsenhof, Delft. They received a statue of Professor Jan Mekel and 1.500,- to spend on their project. Insights into climate change are being openly doubted. Funding for important educational efforts and research are being withdrawn. Short clips – so called “reels” – on Youtube and TikTok threaten to simplify complex political and social problems. AI fakes befuddle what is true and what is not. The voices of science that contribute to those discussion with modesty, careful argument and scepticism, are drowned in noise. This poses a threat for universities like TU Delft, who strive to increase student numbers, who benefit from diverse student populations and aim to pass on their knowledge and scientific virtues to the next generation. It is, therefore, alarming that student enrolments to Bachelor and Master Programs at TU Delft have declined in the past year. Students in front of the class The project is aimed to make the sciences more appealing to the next generation. They have identified the problem that students tend miss out on the opportunity of entering a higher education trajectory in the Beta sciences – because they have a wrong picture of such education. In their mind, they depict it as boring and dry. In his pilot lecture at the Stanislas VMBO in Delft, Amos Yusuf has successfully challenged this image. He shared his enthusiasm for the field of robotics and presented himself as a positive role model to the pupils. And in return the excitement of the high school students is palpable in the videos and pictures from the day. The spark of science fills their eyes. Bas Brouwer Mick Dam are the founders of NUVO – the platform that facilitates the engagement of Master Students in high school education in Delft Their efforts offer TU Delft Master Students a valuable learning moment: By sharing insights from their fields with pupils at high school in an educational setting, our students can find identify their own misunderstandings of their subject, learn to speak in front of non-scientific audiences and peak into education as a work field they themselves might not have considered. An extraordinary commitment According to the Mekel jury, the project scored well on all the criteria (risk mitigation, inclusiveness, transparency and societal relevance). However, it was the extraordinary commitment of Amos who was fully immersed during his Master Project and the efforts of Brouwer and Dam that brought together teaching and research which is integral to academic culture that made the project stand out. About the Mekel Prize The Mekel Prize will be awarded to the most socially responsible research project or extra-scientific activity (e.g. founding of an NGO or organization, an initiative or realization of an event or other impactful project) by an employee or group of employees of TU Delft – projects that showcase in an outstanding fashion that they have been committed from the beginning to relevant moral and societal values and have been aware of and tried to mitigate as much as possible in innovative ways the risks involved in their research. The award recognizes such efforts and wants to encourage the responsible development of science and technology at TU Delft in the future. For furthermore information About the project: https://www.de-nuvo.nl/video-robotica-pilot/ About the Mekel Prize: https://www.tudelft.nl/en/tpm/our-faculty/departments/values-technology-and-innovation/sections/ethics-philosophy-of-technology/mekel-prize

Veiligere en efficiëntere bloedvatbehandelingen door innovatieve kathetertechnologie

Wereldwijd worden jaarlijks meer dan 200 miljoen katheters gebruikt voor de behandeling van vaatziekten zoals hartaandoeningen en slagadervernauwing. Hoewel essentieel, brengt het gebruik van katheters risico’s met zich mee: wrijving tussen de katheter en de vaatwand kan complicaties veroorzaken. Een nieuwe technologie, ontwikkeld door Mostafa Atalla en zijn team, biedt een oplossing. Met één druk op de knop kan de wrijving van de katheter worden aangepast, van maximale grip naar volledige gladheid. Deze innovatie belooft niet alleen veiligere, maar ook efficiëntere endovasculaire procedures mogelijk te maken. De resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift IEEE. Slimme katheter met instelbare wrijving Het nieuwe katheterprototype is uitgerust met geavanceerde technologie die de wrijving tussen de katheter en vaatwand nauwkeurig reguleert via ultrasone trillingen. Dit mechanisme zet via ultrasone trillingen de dunne vloeistoflaag onder druk waardoor de wrijving dynamisch kan worden aangepast: lage wrijving voor soepele navigatie door bloedvaten en hogere wrijving voor optimale stabiliteit tijdens een procedure. Tests tonen aan dat deze techniek de wrijving op harde oppervlakken met gemiddeld 60% vermindert en op zachte oppervlakken met 11%. Veelbelovende resultaten Bij experimenten op dierlijk aortaweefsel heeft het prototype zijn potentieel bewezen. Deze innovatie kan niet alleen bij vaatbehandelingen worden ingezet, maar mogelijk ook bij andere medische procedures, zoals interventies in de darmen. De onderzoekers zijn nu bezig de technologie verder te ontwikkelen en te testen op bredere toepassingen. Meer informatie Publicatie DOI: 10.1109/TMRB.2024.3464672 Toward Variable-Friction Catheters Using Ultrasonic Lubrication | IEEE Journals & Magazine | IEEE Xplore Mostafa Atalla: m.a.a.atalla@tudelft.nl/ Aimee Sakes: a.sakes@tudelft.nl Wil je een demonstratie bijwonen of in contact komen met een van de onderzoekers neem contact op met: Fien Bosman, persvoorlichter TU Delft Health: f.j.bosman@tudelft.nl/ 0624953733

Een flexibele backstop als deel van de oplossing voor netcongestie

Uit naam van het TU Delft PowerWeb Institute overhandigen onderzoekers Kenneth Brunninx en Simon Tindemans op 12 november 2024 een Position Paper aan de Tweede Kamer, met een mogelijke oplossing voor de grote netwerkcapaciteit-problemen die in Nederland steeds vaker opspelen. Waarschijnlijk haalt Nederland de klimaatdoelen 2030 niet, en dat komt onder andere doordat de grote industrie niet snel genoeg kan overstappen op elektriciteit, mede doordat er steeds vaker problemen ontstaan rondom netwerkcapaciteit en netcongestie. Naar alle waarschijnlijk zullen die problemen dit decennium eerst zelfs toenemen, voordat ze kunnen afnemen, stellen de onderzoekers. De oplossing die de onderzoekers van het TU Delft PowerWeb Institute aanbieden, is de ‘flexibele backstop’. Met een flexibele backstop kan de huidige capaciteit van het elektriciteitsnet efficiënter gebruikt worden zonder aan veiligheid of betrouwbaarheid in te boeten. Een flexibele backstop is een veiligheidsmechanisme dat semiautomatisch en op korte termijn de hoeveelheid elektriciteit vermindert die een elektrische verbruiker van het elektriciteitsnet kan onttrekken (een elektrische laadpaal of een warmtepomp) of leveren (een PV-installatie). Het is een klein apparaatje dat is aangesloten of ingebouwd in een elektrische verbruiker, zoals een laadpaal of warmtepomp, en dat ‘communiceert’ met de distributienetwerkbeheerder. In geval van acute congestie op het netwerk geeft de netwerkbeheerder een signaal aan het apparaat om de hoeveelheid stroom te beperken. Duitsland heeft recent een vergelijkbaar systeem ingevoerd voor elektrische laadpalen. De backstop wordt enkel geactiveerd in periodes van acute congestieproblemen, nadat alle andere maatregelen uitgeput zijn. “Het opwaarderen van het elektriciteitsnetwerk blijft essentieel, maar zal in de praktijk nog jaren duren. Er is dus behoefte aan kortetermijnoplossingen die geïntegreerd kunnen worden in de langetermijnplanning. Wij, de leden van het TU Delft PowerWeb Institute, roepen de overheid, netwerkbeheerders en regulator op om de flexibele backstop als extra veiligheidsmaatregel voor het netwerk te onderzoeken”, aldus de onderzoekers. Het gehele paper is hier te lezen. Kenneth Bruninx is universiteit hoofddocent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management, waar hij met kwantitatieve modellen energiebeleid, regulering en marktontwerp evalueert. Simon Tindemans is universitair hoofddocent in de Intelligent Electrical Power Grids groep van faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Hij doet onder andere onderzoek naar onzekerheid en risicomanagement voor elektriciteitsnetwerken. Het TU Delft PowerWeb Institute ontwerpt het elektriciteitsnetwerk van de toekomst.