Filter results

9832 resultaten

Nieuwe LDE trainee in D&I kantoor

Keehan Akbari is begin september begonnen als nieuwe LDE trainee bij het Diversity and Inclusion kantoor. Wat motiveerde hem om voor het D&I office te gaan werken, wat verwacht hij te bereiken tijdens dit traineeship? Lees het korte interview hieronder! Wat motiveerde je om je LDE-traineeship bij het Diversity and Inclusion office van TU Delft te volgen? Ik heb zowel de bachelor als de master Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden afgerond. Binnen deze discipline ging mijn interesse vooral uit naar thema's als inclusie en diversiteit. Nadat ik was aangenomen als trainee voor het LDE-traineeship, ontdekte ik dat één van de mogelijke opdrachten toebehoorde aan het Diversity and Inclusion office. De keuze was vervolgens wat mij betreft snel gemaakt. Ik zag dit namelijk als een uitgelezen kans om de theorieën die ik tijdens mijn studie had geleerd in de praktijk toe te passen. Welke specifieke vaardigheden of ervaringen breng je mee naar het D&I kantoor die zullen helpen inclusiviteit op de campus te bevorderen? Ik ben iemand die graag verbindt in plaats van polariseert door rekening te houden met verschillende perspectieven en belangen van stakeholders. Ik geloof dat dit de manier is waarop je het meeste kunt bereiken bij het bevorderen van diversiteit en inclusie. In mijn optiek moet je namelijk meerdere partijen aan boord krijgen om de beste resultaten te behalen. Wat zijn je belangrijkste doelen nu je hier begint en hoe hoop je een impact te hebben? Een belangrijk doel voor mij dit jaar is om studenten meer te betrekken bij diversiteit en inclusie aan de universiteit. Eén manier waarop ik dit wil bereiken is door bij te dragen aan de oprichting van D&I studententeams. Door een D&I-studententeam op te richten voor faculteiten, wordt het mogelijk om gericht diversiteits- en inclusie gerelateerde kwesties aan te pakken die van toepassing zijn op de desbetreffende faculteit. Hoe denk je de verschillende (studenten)gemeenschappen binnen de universiteit te benaderen? Aangezien ik nieuw ben aan de TU Delft, is het allereerst van belang om hier mijn netwerk uit te breiden. Daarom ben ik op dit moment bezig met het verkennen van de universiteit en het kennismaken met verschillende stakeholders. Daarnaast ben ik van plan om nauw contact te onderhouden met verschillende studenten- en studieorganisaties om samen te onderzoeken hoe we de samenwerking op het gebied van diversiteit en inclusie kunnen versterken. Welkom bij ons team Keehan en we wensen je veel succes met je traineeship!

Wetenschappers TU Delft en Cambridge University werken samen aan innovatieve methoden om klimaatverandering te bestrijden

Al ruim anderhalf jaar werken onderzoekers van de TU Delft en het Cambridge University Centre for Climate Repair intensief samen aan baanbrekende technieken om wolken te beïnvloeden in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Tijdens een tweedaagse bijeenkomst bespreken de teams hun voortgang. De onderzoekers van Cambridge richten zich op de technische ontwikkeling van een systeem dat zeewater kan vernevelen, waarbij zoutkristallen in de lucht worden gebracht om wolkenvorming te beïnvloeden. Het team van TU Delft, onder leiding van Prof. dr. ir. Herman Russchenberg, wetenschappelijk directeur van het TU Delft Climate Action Programma en hoogleraar Atmospheric Remote Sensing, onderzoekt de natuurkundige effecten van deze techniek. Prof. Russchenberg benadrukt het belang van dit onderzoek: "We hebben nu de eerste stappen gezet om noodmaatregelen te ontwikkelen tegen klimaatverandering. Als het nodig blijkt, moeten we voorbereid zijn om deze technieken in de praktijk te kunnen brengen. Liever gebruiken we het niet, maar het is goed om nu te onderzoeken hoe het werkt." Prof.dr.ir. Stefan Aarninkhof, decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, is trots dat de eerste resultaten in deze unieke samenwerking nu zichtbaar zijn. Als de onderzoekers in Delft en Cambridge kunnen aantonen dat het concept veelbelovend is, zullen binnen een jaar de eerste kleinschalige experimenten op een verantwoordelijke manier van start gaan. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt dankzij de meerjarige steun van de Refreeze the Arctic Foundation, opgericht door de familie van TU Delft-alumnus Marc Salzer Levi . Dergelijke gulle bijdragen maken innovatief en impactvol onderzoek mogelijk dat dringende mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering, aanpakt. Grote donaties zoals deze stellen ons in staat om onderzoek van hoge impact en innovatie na te streven dat anders wellicht niet uitvoerbaar zou zijn, en tonen aan hoe onze gezamenlijke inzet en investeringen in de wetenschap kunnen leiden tot echte, transformerende oplossingen voor wereldwijde uitdagingen zoals klimaatverandering. Climate-Action Programme

Half Height Horizontal

NWO financiering voor flexibele stroomvraag van elektrisch gedreven industrie

NWO financiert twee projecten waarin onderzoek gaat plaatsvinden hoe de stroomvraag van de industrie flexibel gemaakt kan worden. Daarmee sluit het beter aan op het toekomstige energieaanbod. Een van de consortiumprojecten: ‘DEFLAME’ wordt geleid door Machteld van den Broek van de TU Delft. Zon en wind leveren een variabele hoeveelheid stroom, toch vraagt de huidige industrie een vrij constant vermogen. Om de industrie voor te bereiden op een stroomaanbod met veel zon en wind zijn aanpassingen nodig. Het gaat om zowel technische, economische als sociale aanpassingen die gezamenlijk door kennisinstellingen en bedrijfsleven worden onderzocht in deze twee projecten. Ook is er aandacht voor de drempels die aanpassingen in de weg staan. Over DEFLAME DEFLAME staat voor Direct Electrification of industrial heat demand supported by FLexibility At Multiple levels and their Exchanges (DEFLAME). Het project streeft ernaar de Nederlandse procesindustrie, en dan met name de chemische en voedselindustrie, veerkrachtiger en klimaatneutraal te maken door industriële warmte te elektrificeren met flexibiliteitopties. Van den Broek: ‘Hierbij kan je bijvoorbeeld denken aan het op- of afschakelen van installaties, opslag van warmte in de ondergrond en/of opslag van elektriciteit in batterijen, zodat de industrie beter kan inspelen op schommelingen in het energienetwerk.’ Dit vereist samenwerking op verschillende niveaus: technologie, fabrieken, clusters en nationale en internationale energiesystemen. DEFLAME richt zich op het wegnemen van obstakels voor de elektrificatie van lage temperatuur warmte (tot 400°C) met efficiënte technologie. ‘Dit wordt bij heel veel processen ingezet. Warmte is nodig om ervoor te zorgen dat de juiste chemische reacties plaatsvinden, maar ook bij het drogen, distilleren en verdampen is warmte nodig. In het kristallisatieproces om suiker te maken van bieten bijvoorbeeld, of bij de winning van zout’, legt Van den Broek uit. Bij kristallisatieprocessen kan bijvoorbeeld mechanische damprecompressie gebruikt worden. In dit proces worden de dampen door een elektrisch bediende compressor samengeperst en opnieuw gebruikt om de verdamper te verwarmen. ‘Dat bespaart energie, omdat je restwarmte gebruikt en de elektriciteit kan schoon worden opgewekt. Met zon en wind heb je, anders dan met gas, een variabel stroomaanbod. Als je de industrie wilt elektrificeren moeten bedrijven en de technologie daar flexibel op kunnen inspelen, door bijvoorbeeld als cluster warmte op te slaan of flexibiliteit in te bouwen in het elektriciteitssysteem.’ DEFLAME gaat vanuit verschillende niveaus en interdisciplinair strategieën en regelingen ontwikkelen om deze oplossingen mogelijk te maken. Van den Broek: “Ik kijk ernaar uit om samen met de partners een belangrijke stap te zetten om elektrificatie van de industrie in Nederland te bevorderen. Dit is een essentieel onderdeel van de energietransitie” Consortium partners Partners in het consortium zijn: AtlasCopco, Cosun, ISPT, Nobian, Oranje Wind Power II C.V./RWE, Smart Port, Stedin, Tennet, TNO, TU Delft en TU Eindhoven. Lees het NWO nieuwsbericht . Prof.dr.ir. M.A. (Machteld) van den Broek

Students Amos Yusuf, Mick Dam & Bas Brouwer winners of Mekel Prize 2024

Master students Amos Yusuf, from the ME faculty (Mick Dam, from the EEMCS faculty and graduate Bas Brouwer have won the Mekel Prize 2024 for the best extra scientific activity at TU Delft: the development of an initiative that brings master students into the classroom teaching sciences to the younger generations. The prize was ceremonially awarded by prof Tim van den Hagen on 13 November after the Van Hasselt Lecture at the Prinsenhof, Delft. They received a statue of Professor Jan Mekel and 1.500,- to spend on their project. Insights into climate change are being openly doubted. Funding for important educational efforts and research are being withdrawn. Short clips – so called “reels” – on Youtube and TikTok threaten to simplify complex political and social problems. AI fakes befuddle what is true and what is not. The voices of science that contribute to those discussion with modesty, careful argument and scepticism, are drowned in noise. This poses a threat for universities like TU Delft, who strive to increase student numbers, who benefit from diverse student populations and aim to pass on their knowledge and scientific virtues to the next generation. It is, therefore, alarming that student enrolments to Bachelor and Master Programs at TU Delft have declined in the past year. Students in front of the class The project is aimed to make the sciences more appealing to the next generation. They have identified the problem that students tend miss out on the opportunity of entering a higher education trajectory in the Beta sciences – because they have a wrong picture of such education. In their mind, they depict it as boring and dry. In his pilot lecture at the Stanislas VMBO in Delft, Amos Yusuf has successfully challenged this image. He shared his enthusiasm for the field of robotics and presented himself as a positive role model to the pupils. And in return the excitement of the high school students is palpable in the videos and pictures from the day. The spark of science fills their eyes. Bas Brouwer Mick Dam are the founders of NUVO – the platform that facilitates the engagement of Master Students in high school education in Delft Their efforts offer TU Delft Master Students a valuable learning moment: By sharing insights from their fields with pupils at high school in an educational setting, our students can find identify their own misunderstandings of their subject, learn to speak in front of non-scientific audiences and peak into education as a work field they themselves might not have considered. An extraordinary commitment According to the Mekel jury, the project scored well on all the criteria (risk mitigation, inclusiveness, transparency and societal relevance). However, it was the extraordinary commitment of Amos who was fully immersed during his Master Project and the efforts of Brouwer and Dam that brought together teaching and research which is integral to academic culture that made the project stand out. About the Mekel Prize The Mekel Prize will be awarded to the most socially responsible research project or extra-scientific activity (e.g. founding of an NGO or organization, an initiative or realization of an event or other impactful project) by an employee or group of employees of TU Delft – projects that showcase in an outstanding fashion that they have been committed from the beginning to relevant moral and societal values and have been aware of and tried to mitigate as much as possible in innovative ways the risks involved in their research. The award recognizes such efforts and wants to encourage the responsible development of science and technology at TU Delft in the future. For furthermore information About the project: https://www.de-nuvo.nl/video-robotica-pilot/ About the Mekel Prize: https://www.tudelft.nl/en/tpm/our-faculty/departments/values-technology-and-innovation/sections/ethics-philosophy-of-technology/mekel-prize

New catheter technology promises safer and more efficient treatment of blood vessels

Each year, more than 200 million catheters are used worldwide to treat vascular diseases, including heart disease and artery stenosis. When navigating into blood vessels, friction between the catheter and the vessel wall can cause major complications. With a new innovative catheter technology, Mostafa Atalla and colleagues can change the friction from having grip to completely slippery with the flick of a switch. Their design improves the safety and efficiency of endovascular procedures. The findings have been published in IEEE. Catheter with variable friction The prototype of the new catheter features advanced friction control modules to precisely control the friction between the catheter and the vessel wall. The friction is modulated via ultrasonic vibrations, which overpressure the thin fluid layer. This innovative variable friction technology makes it possible to switch between low friction for smooth navigation through the vessel and high friction for optimal stability during the procedure. In a proof-of-concept, Atalla and his team show that the prototype significantly reduces friction, averaging 60% on rigid surfaces and 11% on soft surfaces. Experiments on animal aortic tissue confirm the promising results of this technology and its potential for medical applications. Fully assembled catheters The researchers tested the prototype during friction experiments on different tissue types. They are also investigating how the technology can be applied to other procedures, such as bowel interventions. More information Publicatie DOI : 10.1109/TMRB.2024.3464672 Toward Variable-Friction Catheters Using Ultrasonic Lubrication | IEEE Journals & Magazine | IEEE Xplore Mostafa Atalla: m.a.a.atalla@tudelft.nl Aimee Sakes: a.sakes@tudelft.nl Michaël Wiertlewski: m.wiertlewski@tudelft.nl Would you like to know more and/or attend a demonstration of the prototype please contact me: Fien Bosman, press officer Health TU Delft: f.j.bosman@tudelft.nl/ 0624953733

Een flexibele backstop als deel van de oplossing voor netcongestie

Uit naam van het TU Delft PowerWeb Institute overhandigen onderzoekers Kenneth Brunninx en Simon Tindemans op 12 november 2024 een Position Paper aan de Tweede Kamer, met een mogelijke oplossing voor de grote netwerkcapaciteit-problemen die in Nederland steeds vaker opspelen. Waarschijnlijk haalt Nederland de klimaatdoelen 2030 niet, en dat komt onder andere doordat de grote industrie niet snel genoeg kan overstappen op elektriciteit, mede doordat er steeds vaker problemen ontstaan rondom netwerkcapaciteit en netcongestie. Naar alle waarschijnlijk zullen die problemen dit decennium eerst zelfs toenemen, voordat ze kunnen afnemen, stellen de onderzoekers. De oplossing die de onderzoekers van het TU Delft PowerWeb Institute aanbieden, is de ‘flexibele backstop’. Met een flexibele backstop kan de huidige capaciteit van het elektriciteitsnet efficiënter gebruikt worden zonder aan veiligheid of betrouwbaarheid in te boeten. Een flexibele backstop is een veiligheidsmechanisme dat semiautomatisch en op korte termijn de hoeveelheid elektriciteit vermindert die een elektrische verbruiker van het elektriciteitsnet kan onttrekken (een elektrische laadpaal of een warmtepomp) of leveren (een PV-installatie). Het is een klein apparaatje dat is aangesloten of ingebouwd in een elektrische verbruiker, zoals een laadpaal of warmtepomp, en dat ‘communiceert’ met de distributienetwerkbeheerder. In geval van acute congestie op het netwerk geeft de netwerkbeheerder een signaal aan het apparaat om de hoeveelheid stroom te beperken. Duitsland heeft recent een vergelijkbaar systeem ingevoerd voor elektrische laadpalen. De backstop wordt enkel geactiveerd in periodes van acute congestieproblemen, nadat alle andere maatregelen uitgeput zijn. “Het opwaarderen van het elektriciteitsnetwerk blijft essentieel, maar zal in de praktijk nog jaren duren. Er is dus behoefte aan kortetermijnoplossingen die geïntegreerd kunnen worden in de langetermijnplanning. Wij, de leden van het TU Delft PowerWeb Institute, roepen de overheid, netwerkbeheerders en regulator op om de flexibele backstop als extra veiligheidsmaatregel voor het netwerk te onderzoeken”, aldus de onderzoekers. Het gehele paper is hier te lezen. Kenneth Bruninx is universiteit hoofddocent bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management, waar hij met kwantitatieve modellen energiebeleid, regulering en marktontwerp evalueert. Simon Tindemans is universitair hoofddocent in de Intelligent Electrical Power Grids groep van faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica. Hij doet onder andere onderzoek naar onzekerheid en risicomanagement voor elektriciteitsnetwerken. Het TU Delft PowerWeb Institute ontwerpt het elektriciteitsnetwerk van de toekomst.

25 year celebration of formal collaboration between Delft University of Technology and the University of Campinas

On 25 October 2024 we celebrated 25 years of formal collaboration between Delft University of Technology and the University of Campinas. What began as a project to exchange some students in chemical engineering has now grown to a multifaceted and broad academic collaboration which accumulated into 24 joint research projects (>20 M Euro); 16 advanced courses and 15 Doctors with a Dual Degree PhD. Patricia Osseweijer, TU Delft Ambassador Brazil explained, “We are proud to show and reflect on this special day the added value we created resulting from our joint activities. The lessons we learned demonstrate that especially continuity of funds and availability for exchanges has contributed to joint motivation and building trust which created strong relations. This is the foundation for academic creativity and high-level achievements.” The program presented showcases of Dual Degree projects; research activities and education. It discussed the future objectives and new fields of attention and agree on the next steps to maintain and strengthen the foundation of strong relations. Telma Franco, Professor UNICAMP shared that “joint education and research has substantially benefitted the students, we see that back in the jobs they landed in,” while UNICAMP’s Professor Gustavo Paim Valenca confirmed that “we are keen to extend our collaboration to more engineering disciplines to contribute jointly to global challenges” Luuk van der Wielen highlighted that “UNICAMP and TU Delft provide valuable complementary expertise as well as infrastructures to accelerate research and innovation. Especially our joint efforts in public private partnerships brings great assets” To ensure our future activities both University Boards have launched a unique joint program for international academic leadership. This unique 7-month program will accommodate 12 young professors, 6 from each university. The programme began on 4 November 2024 in Delft, The Netherlands.