Wat ga ik leren?
Bij Klinische Technologie leer je als een ingenieur te kijken naar het menselijk lichaam en je leert werken met de nieuwste medische technologieën op het gebied van gezondheidszorg. Op die manier kun je het verschil maken in de gezondheidszorg van de toekomst.
In de opleiding staat de samenwerking van geneeskunde en techniek centraal. Dat betekent dat je zowel medische als technische kennis opdoet. Dit wordt zoveel mogelijk gecombineerd binnen de vakken die je volgt. Wanneer bijvoorbeeld het skelet en de spieren worden behandeld, bestudeer je de anatomie maar leer je ook het lichaam te beschrijven volgens de wetten van de (bio) mechanica. Door te rekenen aan het lichaam kun je voorspellingen doen, bijvoorbeeld van de ernst van een ziekte.
Omdat je als medisch professional contact hebt met patiënten, ga je ook aan de slag met gesprekstechnieken en vaardigheden voor lichamelijk onderzoek. Daarnaast oefen je met voorbehouden handelingen, zoals hechten en het geven van injecties.
Opbouw van de bachelor
De bacheloropleiding duurt drie jaar en elk jaar is verdeeld in acht blokken. Dit houdt in dat je acht keer per jaar tentamens hebt. Globaal bestaat het onderwijs voor 50% uit medische en voor 50% uit technische leerstof. Je krijgt zowel hoorcolleges, begeleide studiegroepen, laboratoriumtraining, klinische vaardigheden, practica en combinaties van deze studievormen. De meeste hoorcolleges en technische practica vinden vooral in Leiden en Rotterdam plaats.
Biologie & KT
Kennis over het menselijk lichaam is onmisbaar om te kunnen inschatten hoe je technologie daar op kunt inzetten.
Vakverdeling KT
43% Geïntegreerde medisch-technische vakken
19% Projecten
11% Klinische & academische vaardigheden
11% Technische vakken
8% Medische vakken
8% Minor
In het eerste jaar van de opleiding krijg je een stevige theoretische basis, maar ga je ook al met vaardigheden aan de slag.
Vakken en competenties
-
Je leert wiskundige beschrijvingen en modellen op te stellen van processen in het menselijk lichaam, zoals verloop van tumorgroei of belastbaarheid van een beschadigde pees. Daarnaast maak je een start met programmeren in Python. In de loop van de studie zal je Python nog veelvuldig gebruiken.
-
Met technische concepten uit de werktuigbouwkunde, natuurkunde, elektrotechniek en informatica leer je analyseren hoe het (gezonde) menselijk lichaam functioneert en welke processen leiden tot het ontstaan van ziektes.
-
De technische concepten worden toegepast op de verschillende orgaansystemen: spierskeletsysteem, spijsverteringssysteem, neuraal en zintuiglijk systeem, cardiovasculair en respiratoir systeem, endocrien systeem, urogenitaal systeem en het bloedvormend en immuunsysteem. Je bestudeert zowel de geneeskundige principes, de anatomie, fysiologie en pathologie, als relevante technische aspecten, zoals de krachten die een spier kan opwekken.
-
Je gaat aan de slag met onderzoeksvaardigheden, klinische vaardigheden, laboratoriumtechnieken, reflectie en gesprekstechnieken. Daarnaast leer je hoe je vragen of problemen op een wetenschappelijke manier kunt oplossen (academische vorming).
In het tweede jaar volgt verdieping van de technische kennis. Zo komen de natuurkundige principes van beeldvormende technieken, apparatuur en instrumenten – bijvoorbeeld röntgen en EEG-meting – aan bod. Tegelijkertijd ga je dieper in op de functies van de orgaansystemen. Aan het eind van het tweede jaar pas je de theorie toe tijdens een zorgstage en in ontwerpopdrachten.
In het derde jaar heb je iets meer keuzevrijheid, door zelf een minor te kiezen. Het grootste deel van het jaar bestaat echter nog uit verplichte vakken. Je sluit de opleiding af met een klinisch-technologisch eindproject. In dit project ga je met drie studenten zelfstandig aan de slag met een eigen onderzoeks- of ontwerpproject in Leiden, Delft of Rotterdam.
-
Tien weken lang kun je je horizon verbreden of jezelf juist verdiepen in een onderwerp dat je aanspreekt. Denk bijvoorbeeld aan de minor Ondernemerschap: Med-Tech Based Entrepeneurship, waarin je wordt voorbereid op ondernemerschap in een technisch-medische context. Je kunt ook kiezen voor de minor Public Health: De Gezonde Grote Stad, waarin je onderzoek doet naar gezondheidsproblematiek in grote steden, of de minor Cellular Therapies, waarin je kijkt naar nieuwe celtherapieën en onderzoekt wat de uitdagingen en mogelijke bijwerkingen zijn. Een goed gekozen minor helpt je om de carrièrerichting te vinden die bij je past óf te ontdekken welke master je na de bachelor wilt volgen.
-
Dit is het afsluitende onderzoek van je bacheloropleiding. Bij goed resultaat mag je jezelf daarna Bachelor of Science (BSc) noemen. Samen met 3 medestudenten ga je aan de slag met een eigen onderzoeks- of ontwerpproject in Leiden, Delft of Rotterdam. Bekijk hier een aantal voorbeelden van eindprojecten.
In het eerste jaar van de opleiding krijg je een stevige theoretische basis, maar ga je ook al met vaardigheden aan de slag.
Vakken en competenties
-
Je leert wiskundige beschrijvingen en modellen op te stellen van processen in het menselijk lichaam, zoals verloop van tumorgroei of belastbaarheid van een beschadigde pees. Daarnaast maak je een start met programmeren in Python. In de loop van de studie zal je Python nog veelvuldig gebruiken.
-
Met technische concepten uit de werktuigbouwkunde, natuurkunde, elektrotechniek en informatica leer je analyseren hoe het (gezonde) menselijk lichaam functioneert en welke processen leiden tot het ontstaan van ziektes.
-
De technische concepten worden toegepast op de verschillende orgaansystemen: spierskeletsysteem, spijsverteringssysteem, neuraal en zintuiglijk systeem, cardiovasculair en respiratoir systeem, endocrien systeem, urogenitaal systeem en het bloedvormend en immuunsysteem. Je bestudeert zowel de geneeskundige principes, de anatomie, fysiologie en pathologie, als relevante technische aspecten, zoals de krachten die een spier kan opwekken.
-
Je gaat aan de slag met onderzoeksvaardigheden, klinische vaardigheden, laboratoriumtechnieken, reflectie en gesprekstechnieken. Daarnaast leer je hoe je vragen of problemen op een wetenschappelijke manier kunt oplossen (academische vorming).
In het tweede jaar volgt verdieping van de technische kennis. Zo komen de natuurkundige principes van beeldvormende technieken, apparatuur en instrumenten – bijvoorbeeld röntgen en EEG-meting – aan bod. Tegelijkertijd ga je dieper in op de functies van de orgaansystemen. Aan het eind van het tweede jaar pas je de theorie toe tijdens een zorgstage en in ontwerpopdrachten.
In het derde jaar heb je iets meer keuzevrijheid, door zelf een minor te kiezen. Het grootste deel van het jaar bestaat echter nog uit verplichte vakken. Je sluit de opleiding af met een klinisch-technologisch eindproject. In dit project ga je met drie studenten zelfstandig aan de slag met een eigen onderzoeks- of ontwerpproject in Leiden, Delft of Rotterdam.
-
Tien weken lang kun je je horizon verbreden of jezelf juist verdiepen in een onderwerp dat je aanspreekt. Denk bijvoorbeeld aan de minor Ondernemerschap: Med-Tech Based Entrepeneurship, waarin je wordt voorbereid op ondernemerschap in een technisch-medische context. Je kunt ook kiezen voor de minor Public Health: De Gezonde Grote Stad, waarin je onderzoek doet naar gezondheidsproblematiek in grote steden, of de minor Cellular Therapies, waarin je kijkt naar nieuwe celtherapieën en onderzoekt wat de uitdagingen en mogelijke bijwerkingen zijn. Een goed gekozen minor helpt je om de carrièrerichting te vinden die bij je past óf te ontdekken welke master je na de bachelor wilt volgen.
-
Dit is het afsluitende onderzoek van je bacheloropleiding. Bij goed resultaat mag je jezelf daarna Bachelor of Science (BSc) noemen. Samen met 3 medestudenten ga je aan de slag met een eigen onderzoeks- of ontwerpproject in Leiden, Delft of Rotterdam. Bekijk hier een aantal voorbeelden van eindprojecten.