Aan het woord: Tim van der Hagen over sociale veiligheid

Er is de afgelopen periode veel gebeurd op het gebied van sociale veiligheid en we blijven onverminderd aan het werk om een sociale veilige leer-en werkklimaat te realiseren. Diverse initiatieven worden opgestart of verder uitgewerkt. Via TU-nieuws houden we je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. In de rubriek ‘Aan het Woord’, delen studenten en collega's hun inzichten en behoeften om veilig en prettig te kunnen werken en studeren. ​We trappen de reeks af in gesprek met collegevoorzitter Tim van der Hagen. Hierin reflecteert hij open op hoe hij terugblikt op de laatste maanden en zoomt hij in op de stappen die worden gezet naar een sociaal veilige universiteit voor ons allemaal. 
 
Sociale veiligheid zou de norm moeten zijn binnen elke organisatie en het is belangrijk dat als er een onveilige situatie is, dat men weet waar ze terecht kunnen en dat hier serieus mee om wordt gegaan. Als universiteit vormen we een unieke gemeenschap. Een community waarin mensen vanuit vele nationaliteiten samenkomen. We hebben te maken met diversiteit, maar ook met sterke hiërarchische afhankelijkheden. Het is een illusie om te denken dat onze universiteit gevrijwaard is van grensoverschrijdend gedrag. En de inspectie heeft ons met de neus de feiten gedrukt. Het heeft me doen inzien dat ik teveel heb vertrouwd op bestaande systemen die de sociale veiligheid in onze organisatie moet borgen. Systemen die misschien wel in theorie, maar niet in de dagelijkse praktijk op orde bleken. Daar hebben we heel wat te verbeteren en daarmee zijn we dagelijks aan de slag. 
 
De aanpak voor het verbeteren van de sociale veiligheid binnen onze organisatie vraagt wezenlijk om iets anders dan een Delftse ingenieursoplossing. Het zit in ons DNA om een vraagstuk systematisch en technisch aan te pakken – dat is onze kracht. Maar het draait hier om mensen. Er is geen ‘afvink’-lijst die we kunnen nalopen, waarna we sociale veiligheid binnen TU Delft kunnen garanderen. En dat moeten we ook niet willen. Het draait om maatwerk, zorgvuldigheid en continue aandacht. 

Het rapport en de aanbevelingen van de inspectie zie ik - toegegeven, na de nodige zelfreflectie – als een aanmoediging.

Hoe we dit moeten doen? In de eerste plaats door niet weg te kijken, niet te ontkennen. Door mijn defensieve houding los te laten, en echt te luisteren. Te erkennen wat er fout gaat, en te leren van alles wat ik hoor. Ik heb waardevolle gesprekken gevoerd met experts en met ervaringsdeskundigen, met collega’s van andere universiteiten. En gehoord hoe andere organisaties, zoals de NPO, hiermee omgaan. Maar ook dichterbij, met vrienden en mijn vrouw, zij houden mij dagelijks een spiegel voor. Dat helpt enorm. Ik ben elke dag bezig met de vraag: hoe zit het met de sociale veiligheid binnen onze organisatie? Zitten we op de goede weg, wat kan beter, waar kunnen of moeten we bijsturen. Maar ook, wat is onze gedragscode, en snapt iedereen die? Krijgen leidinggevenden genoeg ondersteuning bij moeilijke zaken? Wat kunnen we leren van problemen uit het verleden? En het is belangrijk dat als er een onveilige situatie is, dat men weet waar ze terecht kunnen en dat hier serieus mee om wordt gegaan. 
 
Het rapport en de aanbevelingen van de inspectie zie ik - toegegeven, na de nodige zelfreflectie – als een aanmoediging. Ik geloof in de verandering die we met het Plan for Change hebben ingezet. Met het plan zetten we in op meer preventie, betere signalering (een centraal, onafhankelijk meldpunt), maar ook op de inzet op nazorg. Daarmee werken we aan een veilige en inclusieve organisatie voor iedereen. Dat begint bij meer bewustzijn en vooral veel inzet op preventie. Bijvoorbeeld door te stimuleren om veel meer met elkaar te praten over wenselijk gedrag en de ongeschreven regels ter discussie stellen. Want je kunt sociale veiligheid niet alleen maar vastleggen in protocollen en regelingen. De cultuur op de werkvloer is van belang. 
 
Het is inderdaad nu niet altijd op orde bij ons. Dat is onacceptabel. Want elke casus van grensoverschrijdend gedrag is er één te veel. Er is een aantal zeer vervelende casussen die we zorgvuldig aanpakken. Dat heeft alle aandacht. Het heeft tijd en aandacht nodig om ervoor te zorgen dat de universiteit voor iedereen als een veilige plek voelt. Maar ik ben ervan overtuigd dat we samen kunnen zorgen voor een omgeving waarin we dat voor elkaar krijgen. Een prettige en veilige plek waar we open met elkaar zijn en het beste in elkaar naar boven halen.