Filter results

9628 resultaten

Genderdiversiteit: Interview met Rob Mudde

Professor Rob Mudde, Vice-Rector Magnificus/Vice President Education van het College van Bestuur, neemt in de loop van dit najaar afscheid als collegelid van de TU Delft. DEWIS spreekt nog één keer met hem in zijn functie als collegelid over genderdiversiteit, gelijkheid en inclusie aan de TU Delft. We zouden de breedte van het leven moeten durven omarmen als gemeenschap en zo ook het leven meer met elkaar vieren. ― Rob Mudde, Vice-Rector Magnificus TU Delft DEWIS heeft het afgelopen jaar veel vrouwelijk talent zien vertrekken. Een aantal vrouwelijke hoogleraren, maar ook vele talentvolle universitair hoofddocenten die elders sneller een senior positie kregen. Waar ligt dat aan denkt u? Rob Mudde: " De TU Delft is een universiteit van wereldklasse. We staan hoog in de ranglijsten. Dit maakt onze jonge wetenschappers aantrekkelijk voor andere universiteiten. Het kan ook zijn dat volgende stappen elders mogelijk sneller gezet kunnen worden. Er is veel vraag naar talentvolle vrouwen. Het verbaast me niet dat zij elders carrièrestappen kunnen zetten. Als je een mooie stap kunt maken: vooral doen!" NWO start in het najaar van 2024 een pilot in het Talentprogramma die naar verwachting leidt tot meer toewijzingen van Vidi-beurzen aan vrouwen. Hoe denkt u over de ontwikkelingen in het Talentprogramma van NWO? Rob Mudde: " Het is belangrijk dat er extra kansen worden gecreëerd voor mensen in minderheidsposities, zoals vrouwen, die historisch gezien minder kansen hebben gekregen. Ik hoop dat deze maatregel in onze organisatie de groei van het aantal vrouwen in wetenschappelijke posities op alle niveaus versnelt. Dat normaliseert vrouwen in de wetenschap en benadrukt dat gender irrelevant is in wetenschapsbeoefening. " Wat kan de universiteit doen om het vrouwelijk talent aan de universiteit aandacht te geven, zodat vrouwen betere kansen hebben om te groeien en te bloeien in hun academische carrière? Rob Mudde: " We sturen actief op het wegnemen van stereotyperingen en vooroordelen door op elk niveau in besluitvormingsposities vrouwen aan te nemen. De meeste faculteiten hebben geen managementteams meer die alleen uit mannen bestaan, en dat willen we ook niet meer. We willen vrouwelijke collegeleden, afdelingsvoorzitters en directeuren. Het moet normaal worden dat vrouwen dergelijke posities bekleden en het toont jonge vrouwen dat doorgroeien aan onze universiteit mogelijk is. " Het Irene Curie Fellowship programma van de TU/Eindhoven werpt vruchten af. Zou zoiets voor ons ook niet een idee zijn? Rob Mudde: “De afgelopen jaren hebben we veel vrouwelijke universitair docenten aangetrokken, mede dankzij de sectorplannen. Bij veel faculteiten is 45% van de nieuwe hoofddocenten vrouw. Dit is vergelijkbaar met Eindhoven. Ook hebben we daarnaast het Delft Technology Fellowship. Het is cruciaal om voldoende vrouwelijke promovendi, postdocs en universitair docenten te hebben. Dit zou mijn prioriteit zijn. Het zal nog lang duren voordat we 25% vrouwelijke hoogleraren hebben, maar door de pijplijn aan het begin goed te vullen komen we een heel eind. Als we erin slagen om 40% of meer vrouwelijke wetenschappers in de totale instroom aan te trekken, zal dit als een golf door de organisatie bewegen. Ik hoop over vijftien jaar te kunnen zeggen: “Zie je wel!” Wat zou u voorstellen om de doorstroom van vrouwen aan de TU Delft te bevorderen? Rob Mudde: " Wij sturen zelf de doorstroom door actief te scouten en goed te kijken naar talentontwikkeling. Als dit niet goed gaat, moeten we het intern verbeteren. Het ‘Erkennen en Waarderen’-programma helpt ons hiermee. We leren breder te kijken naar loopbanen. Sommige mensen floreren niet in ons verouderde systeem. Dat betekent dat we de elementen waarop we mensen beoordelen moeten aanpassen om deze waardevolle mensen te behouden. " Onbewuste vooroordelen en stereotyperingen gaan niet weg door ‘breder te kijken’. Hoe gaat we met deze dingen om? Rob Mudde: “Dat is diepgeworteld in de maatschappij, zeker in de Nederlandse. De traditionele man – vrouw rolverdeling werkt nog door in onze gedachten. Zo wordt iemand met een zware stem sneller serieus genomen dan iemand met een lichte stem. Dat vraagt alertheid van ons.” Hoe bent u zelf bewust geworden van uw vooroordelen? Heeft u zelf weleens een ‘implicit bias’ training gedaan? Rob Mudde: “Nee, ik heb geen training gedaan en ongetwijfeld beïnvloeden mijn voorkeuren ook mijn kwaliteitsbeoordelingen. Ik probeer bewust te zijn van mijn eigen oordeelvorming en af en toe afstand te nemen om te reflecteren op mijn aanpak.” Sommige mensen zeggen nog steeds: “Ik wil de beste wetenschap beoefenen en ik zoek gewoon de beste mensen. Ik kijk niet naar kleur of sekse.” Wat zou u tegen die mensen zeggen? Rob Mudde: “Wat is ‘het beste’? Bestaat het beste team uit kopieën van jezelf? Messi was lang de beste voetballer, maar een team vol Messi’s zou verliezen. Een goed team is divers en heeft verschillende kwaliteiten nodig. Reflecteer met anderen op wat echt het beste is voor het team en wees open voor andere perspectieven. Het is een valkuil om te denken dat je precies weet wat het beste team is zonder input van anderen. Diversiteit speelt een rol bij je keuze: iemand met een andere culturele achtergrond of een introvert persoon kan unieke kwaliteiten en dynamiek brengen. Kenmerken zoals gender en economische klasse voegen waarde toe. Dat leren we nu.” U bent sinds 1988 verbonden aan de universiteit. Heeft u de universiteit in de loop der jaren zien veranderen als we kijken naar diversiteit en inclusie? Wat is er precies verandert? Rob Mudde: “De universiteit is een stuk minder hiërarchischer geworden. Wetenschappers aan het begin van hun carrière hebben veel meer ruimte om hun loopbaan vorm te geven. Dit brengt ook verantwoordelijkheid en druk met zich mee: het verkrijgen van consortia, subsidies en publicaties. Het beeld is ontstaan dat je moet meedoen in deze ‘ratrace’ om succesvol te zijn. Maar we moeten de absolute maatstaf voor succes heroverwegen door bijvoorbeeld teaminspanningen te waarderen en ook niet iedereen hoeft hoogleraar te worden.” Als ik in 1988 aan u had gevraagd: ‘Hoe ziet uw ideale universiteit van de toekomst eruit?’, wat had u dan geantwoord? Rob Mudde : “I k zou graag een technische universiteit zien met een betere balans tussen jongens en meiden. Het is vreemd om voor een zaal van 200 studenten te staan en slechts vijf meiden te zien. Meiden kiezen nog steeds minder voor techniek, vaak omdat het al vanaf jonge leeftijd wordt afgeraden. In landen zoals Turkije en Iran, die we niet als bijzonder geëmancipeerd beschouwen, is de situatie echt anders. ” Als ik zeg: ‘een inclusieve, sociale veilige universiteit’, waar denkt u dan aan? Voldoet TUD aan dit beeld? Of is er nog een weg te gaan? Rob Mudde: “Dat is een organisatie met een hiërarchische structuur, maar waarin mensen op een respectvolle manier met elkaar omgaan. Serieuze wetenschap en onderwijs vereisen beoordeling, maar dit moet respectvol gebeuren. Leidinggevenden hebben de verantwoordelijkheid om zich in de ander te verplaatsen en moeten zorgvuldig omgaan met de wijze van feedback. Het maakt uit welke toon je gebruikt en of je gesprekken begint met vragen en complimenteren of juist met kritiek. Leidinggevenden moeten kunnen aangeven als iets niet goed genoeg is. Maar het is belangrijk dat we mild en respectvol naar elkaar blijven. Dat wens ik deze universiteit toe.” “We hebben een cultuur van zorg en aandacht door mensen zich deel van de groep te laten voelen en hen te laten merken dat hun aanwezigheid en bijdrage gewaardeerd worden. Het is cruciaal dat medewerkers zich gezien en erkend voelen; dat maakt het werk aangenamer. Dat vermindert ook de druk om voortdurend te presteren. Leidinggevenden dragen een grotere verantwoordelijkheid hierin, maar het is een gezamenlijke taak.” Welke concrete stappen onderneemt de TU Delft nu en in de toekomst om het beter te maken? Rob Mudde: “We willen jonge academici beter voorbereiden op leiderschap door hen leiderschapstrainingen aan te bieden. Een verplicht programma in de eerste vijf jaar aan de universiteit zou een waardevolle investering zijn. Goed cursusaanbod maakt mensen effectiever, ook als je geen formele leidinggevende rol hebt. We besteden daar te weinig aandacht aan. Dit kan beter. Het is ook belangrijk dat we elkaar aanspreken op de balans tussen werk en rust. Waarom nemen we niet allemaal regelmatig vakantie? Iedereen moet de batterij opladen. Stress is oké zolang deze beheersbaar blijft; anders kan het leiden tot ziekte. We moeten oprechte aandacht besteden aan deze balans, zowel voor onszelf als voor ons team.” Is het type bestuurder ook in de loop der jaren verandert? Welk nieuwe type bestuurder zou passen in uw inclusieve, sociaal veilige universiteit of uw ideale universiteit? Rob Mudde: “Het huidige tijdsgewricht vraagt om andere leiders dan in de jaren ’60. We hebben behoefte aan minder directieve leiders die kunnen luisteren, samenvatten en beslissingen nemen op basis van dialoog. We hebben mensgerichte leiders nodig die erkennen dat we hier wetenschap en onderwijs op topniveau bieden, maar die ook realistisch blijven over de eisen die we aan elkaar stellen. De toekomst vraagt om altruïstisch leiderschap, waarbij we elkaar kansen gunnen om de ontwikkeling van individuele talenten te bevorderen. Dit versterkt op de lange termijn het team.” Het combineren van gezin en een academische carrière wordt nog vaak als een probleem gezien. Vindt u dat er genoeg wordt gedaan om dit beeld te veranderen? Rob Mudde: “Het is nuttig om hierover met elkaar in gesprek te gaan en vragen te stellen. We streven naar de top, maar dat betekent niet dat we voortdurend onder druk moeten staan. We moeten bespreken wat het betekent om aan de top mee te draaien, maar voel je niet bezwaard als het even niet gaat. Het zwangerschapsverlof en de borstvoedingsperiode zijn normale fasen in het leven en horen je carrière niet te beïnvloeden. Over een langere termijn gemeten, is het maar een beperkte periode in de tijd; we moeten leren hier flexibeler mee om te gaan. Leidinggevenden moeten opener en alerter zijn en gesprekken voeren waarin dit soort onderwerpen natuurlijk aan bod komen. We zouden de breedte van het leven moeten durven omarmen als gemeenschap en zo ook het leven meer met elkaar vieren.” Wat zou u vrouwen willen meegeven die twijfelen of een academische carrière wel voor hen is? Rob Mudde: " Ten eerste zou ik vragen: “Wat is jouw droom?” en adviseren om die na te jagen. Ten tweede raad ik aan om met mensen uit je directe omgeving te praten. Overweeg goed of je deze competitieve academische wereld wilt betreden, waar hoge druk heerst. Als je dat wilt, laat je dan niet afschrikken door negatieve beelden en verhalen. " Welk advies zou u geven aan vrouwen die weerstand ondervinden in het doorstromen naar hogere posities? Rob Mudde: " Ga naar je leidinggevende en eventueel hun leidinggevenden, leg je kaarten op tafel, spreek openhartig en vraag om feedback. Verwacht respectvolle gesprekken van je leidinggevenden, en wees bereid om de feedback te horen en erop te reageren. "​​​​​​​ U hebt DEWIS altijd een warm hart toegedragen, en veel gedaan voor DEWIS zoals het uitreiken van de jaarlijkse DEWIS-award. Waarom vond u dat zo belangrijk? Wat vond u er leuk aan? Rob Mudde: “Het spreekt me aan als mensen met passie aan een groter doel werken. Ik waardeer het dat DEWIS de rol van ‘luis in de pels’ voor de organisatie op zich neemt; dat is waardevol. Het uitreiken van prijzen zoals de DEWIS-award vind ik een leuke taak. Het is altijd fijn om bijzondere mensen in het zonnetje te zetten.”

Half Height Horizontal

Three Students Nominated for the ECHO award

Three TU Delft students have been nominated for the ECHO Award 2024. The ECHO award is awarded to students with a non-western background who are actively engaged in society. Sibel, TJ and Pravesha talk about their background their nomination. The finalists will be selected on September 27th. Sibel Gökbekir How has your background influenced your academic journey? As a woman with Turkish roots, my academic journey has been about more than just pursuing degrees in engineering and law; it’s been about consistently advocating for the diverse needs of women and multicultural groups, ensuring their voices are heard in important decisions. This is why I actively contributed to different board positions at TU Delft, working to promote inclusivity and equality. My background inspired me to explore how engineering, law, and social justice intersect, particularly in empowering marginalised communities. I chose to study energy transitions and human rights to contribute to a fairer, more inclusive World. How have you turned this into contributions to society? I’ve dedicated my academic and personal life to promoting diversity and inclusion. As a youth ambassador for Stop Street Harassment, I aimed to create safer spaces for women and minorities because I believe everyone has the right to feel free and safe in society. Through the Turkish Golden Tulip Foundation, I advocated for vulnerable communities in earthquake relief. Additionally, I founded an initiative for migrant students in Rotterdam-South and I have been committed to improving educational opportunities for secondary school students with a migration background. Next, I gave guest lectures across the Netherlands to educate the younger generation about climate change and equitable energy transitions, emphasising the importance of a fair transition for all communities. What does it mean for you to nominated to the ECHO award? I feel very honoured to have been nominated on behalf of TU Delft. My commitment to community engagement is part of who I am, and therefore the ECHO Award is more than just a recognition; It offers me an opportunity to further expand my contributions to a more inclusive society. As an ECHO Ambassador, I plan to expand my efforts in promoting equality and sustainability, while inspiring others to take action for a more equitable World. TJ Rivera How has your background influenced your academic journey? My background as a Filipino in a Dutch-speaking bachelor’s programme made my academic journey both challenging and enriching. Being gay in a male-dominated field like Architecture, where most role models were heteronormative men, added another layer of difficulty. It was intimidating to not see people like me represented. However, this experience fuelled my belief that systems can and should be challenged, changed, and updated. I aimed to bring a fresh perspective, advocating for greater diversity and inclusivity in the field. How have you turned this into contributions to society? I translated my personal challenges into tangible contributions by advocating for inclusivity within architecture. Together with like-minded individuals, I began exploring the intersection of identity, sexuality, and architecture, and collaborated with my faculty’s diversity team to raise awareness. As I became known for my work with the queer community, I saw an opportunity to create lasting change. I co-revived ARGUS, the once-inactive study association for the Master of Architecture, which now serves as a platform to discuss and address issues of diversity within the field. This initiative continues to foster a more inclusive academic environment. What does it mean for you to be nominated to the Echo award? Being nominated for the ECHO Award is a significant milestone in my journey to expand my mission beyond the confines of my faculty. This national platform provides the opportunity to raise awareness and advocate for social justice on a larger scale. I believe students are key to driving change, and my focus is on amplifying the voices of the queer community, which is often overlooked. The ECHO Award will enable me to form partnerships with organizations and universities, further promoting diversity, inclusivity, and equality. It’s a chance to create broader, tangible change, addressing the needs of those who often go unheard. Pravesha Ramsundersingh How has your background influenced your academic journey? As a woman in STEM (Science, Technology, Engineering, and Mathematics), my background has been a powerful motivator to challenge gender disparities within Computer Science. Experiencing firsthand the underrepresentation of women in this field, I have been driven to not only excel academically but also become an advocate for diversity. Through leadership roles in the Faculty and Central Student Councils, I’ve focused on creating an inclusive environment that supports women and minority students, ensuring that everyone has the opportunity to succeed. How have you turned this into contributions to society? I’ve translated my experiences into actionable contributions by actively advocating for DEI at TU Delft. I ensured sexual education and consent training for 3,000 freshmen students, and I led initiatives like the Social Safety Initiatives Conference alongside the Dutch National Coordinator against Racism and Discrimination. In my student governance roles, I pushed for policies that address gender discrimination and social safety concerns, creating a more supportive environment for students of all backgrounds to thrive in both academic and social spaces. What does it mean for you to nominated to the ECHO award? Being nominated for the ECHO Award is an incredible honour that highlights the importance of the work I have done to promote DEI. It inspires me to continue advocating for systemic change in the tech industry and academia. This nomination reaffirms my commitment to driving equity in STEM, ensuring that future generations have more inclusive opportunities. It also motivates me to keep pushing boundaries and empower others to take action for a more just and equal society. The ECHO Award Every year ECHO, Center for Diversity Policy, invites colleges and universities to nominate socially active students who make a difference in the field of Diversity & Inclusion for the ECHO Award 2024. The ECHO Award calls attention to the specific experiences that students with a non-Western background* carry with them and the way they manage to turn these experiences into a constructive contribution to society. Winners are selected by an independent jury and may attend a full-service Summercourse at UCLA in the United States in 2025. Read more: ECHO Award - ECHO (echo-net.nl)

NWO kent financiering toe voor innovatief onderzoek naar fysieke experimentele omgevingen

Hoe kan je innovaties uit experimenten mainstreamen? Een consortium onder leiding van professor Tamara Metze heeft een prestigieuze NWO subsidie ontvangen. In een zoektocht naar paden naar meer duurzame toekomsten, gaan Metze en haar team onderzoeken hoe verschillende vormen van innovatie in fieldlabs, zoals The Green Village, in stedelijke living labs, zoals het Energielab Zuidoost in Amsterdam, en allerlei burgerinitiatieven meer impact kunnen hebben op duurzaamheidstransities. Pilot paradox Een grote uitdaging is een hardnekkige "pilot paradox", waarbij veel geleerd en geïnnoveerd is in experimenteer omgevingen, maar zij er niet in lijken te slagen langdurige, systemische verandering voor elkaar te krijgen. Het project ‘From EXperiment to sustainable change: TRAnsformative methodologies for Innovation and learning’ (EXTRA) wil de “pilot paradox” overkomen. Daarin wordt veel ge-experimenteerd maar lange termijn, systeemverandering blijft moeilijk. Onderzoekers gaan samen met allerlei veranderaars bestaande kennis bij elkaar brengen. Tamara Metze: ‘Ik heb erg veel zin om te gaan ontdekken wat effectieve manieren van co-creatie zijn die het mainstreamen van de duurzame innovaties mogelijk maakt. We gaan ontdekken hoe leren en innovatie leiden tot blijvende veranderingen in regelgeving, beleid, financiële systemen en de biofysische omgeving.’ Tamara Metze Lees het NWO-persbericht Concrete tools Het project is cruciaal voor het versnellen van duurzaamheidstransities. Door via trans-disciplinair actie-onderzoek praktische tools te ontwikkelen voor allerlei veranderaars, wordt het eenvoudiger om de methoden van co-creatie en mainstreamen effectiever en overdraagbaar te maken. ‘Deze tools zullen niet alleen grassroots-innovatoren zoals start ups en living labs ondersteunen, maar ook invloed hebben op institutionele en organisatorische structuren, zodat de lessen uit experimenten beter verankerd worden in beleid, regelgeving en organisaties’, legt Metze uit. Op de lange termijn streeft het project naar een efficiënter innovatie-ecosysteem, dat bijdraagt aan meer impactvolle en duurzame resultaten voor zowel de samenleving als het milieu. Projectpartners TU Delft, VU Amsterdam, Wageningen University & Research, Hogeschool van Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, The Green Village, AMS Institute; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, WoonFriesland, Dijkstra Draisma, Provincie Noord-Holland, Ministerie van Binnenlandse Zaken, PRICE / Almere, BouwLab, Alliantie Samen Nieuw-West, Innovation Quarter.

Bijzondere golven worden veel groter dan het bekende maximum

Kruisende golven blijken extremer dan extreem te zijn. Deze bijzondere diepzeegolven, waar nog weinig over bekend is, kunnen vier keer steiler worden dan voor mogelijk werd gehouden. Dit blijkt uit onderzoek van de TU Delft en andere universiteiten dat vandaag is gepubliceerd is Nature. Lang geleden gingen er verhalen rond over mysterieuze monstergolven die uit het niets leken te ontstaan en zelfs grote schepen omverhaalden. Het mythische karakter werd verleden tijd toen zo’n monstergolf voor het eerst werd vastgelegd bij het Draupner platform in de Noordzee. In 2018 lukte het Ton van den Bremer en zijn collega’s bij de Universiteiten van Edinburgh en Oxford om voor het eerst ooit deze Draupner-golf na te bootsen in het lab. Dit bood hen de kans om de golf nauwkeurig te bestuderen. En dat gaf onverwachte inzichten. Meerdere golven stuwen water omhoog Uit nieuw onderzoek van het onderzoeksconsortium blijkt nu dat dit bijzondere type golf niet breekt op het moment dat het volgens gangbare theorieën zou moeten breken. De verklaring hiervoor ligt in de ontstaanswijze van het monster. Ton van den Bremer, expert op het gebied van vloeistofmechanica bij de TU Delft, licht toe: “De golven die de meeste mensen van het strand kennen rollen vooruit. Het type golf dat wij onderzochten komt voor op open water en ontstaat als er golven vanuit meerdere richtingen samenkomen.” Als deze golven met een hoge directionele spreiding samenkomen wordt het water omhooggestuwd, een staande golf. Een voorbeeld daarvan is een kruisgolf. Hoe ontstaan kruisgolven Onder bepaalde omstandigheden op zee komen golven uit meerdere richtingen voor. Dit kan gebeuren op een plek waar twee zeeën samenkomen, of waar de windplots van richting verandert, zoals in een orkaan. Als golven uit twee richtingen samenkomen ontstaat een kruisgolf, zolang de richtingen maar ver genoeg uit elkaar liggen. Uit het onderzoek blijkt ook dat hoe verder de richtingen uit elkaar liggen, hoe hoger de kruisgolf kan worden. De rollende golven breken bij een bepaald limiet en bereiken dan ook hun maximale steilheid. Het onderzoek laat zien dat golven met een hoge directionele spreiding wel tachtig procent steiler kunnen worden dan dit limiet, voordat ze beginnen te breken. Deze golven kunnen zo bijna twee keer hoger worden dan ‘gangbare golven’ voordat ze beginnen te breken. Rollende golf (l) en golf met hoge directionele spreiding (r). Zwellen terwijl het breekt De onderzoekers stuitten op nog een ander bijzonder fenomeen dat breekt met bestaande theorieën. En dat is ongekend, volgens Van den Bremer: “Als een golf eenmaal begint te breken zie je een witte kop ontstaan, en is er normaliter geen weg meer terug. Maar als een golf met een hoge directionele spreiding begint met breken, kan de golf nog steeds verder groeien.” Het onderzoek laat zien dat deze enorme golven, tijdens het breekproces, nog eens twee keer zo steil kunnen worden, wat al twee keer steiler was dat het oorspronkelijk limiet. Bij elkaar opgeteld kunnen de golven dus vier keer zo steil worden als voor mogelijk werd gehouden. Schade aan offshore constructies De kennis dat golven die uit meerdere richtingen komen wel vier keer groter kunnen worden dan gedacht, kan houvast bieden om bouwwerken in zee veiliger te maken. “De driedimensionaliteit van golven wordt vaak over het hoofd gezien bij het ontwerp van offshore windturbines en andere constructies. Onze bevindingen suggereren dat dit leidt tot ontwerpen die minder betrouwbaar zijn”, zegt Mark McAllister van de University of Oxford, die de experimenten leidde en inmiddels werkzaam als senior onderzoeker bij Wood Thilsted. Dankzij de innovatie verticale sensoren is het mogelijk om nauwkeurige 3D metingen te doen van de golven. Innovatie in 3D-meetmethode De inzichten zijn te danken aan de ontwikkeling van een 3D-meetmethode in het FloWave lab. “De gebruikelijke 2D-methoden om golven te onderzoeken waren niet toereikend”, vertelt Van den Bremer. De onderzoeksgroep ontwierp een nieuwe manier om een 3D-beeld van de golven te krijgen. Ross Calvert van de University of Edinburgh: “Voor het eerst is het gelukt om golfhoogtes te meten met zo'n hoge ruimtelijke resolutie over zo'n groot gebied. Zo konden we veel meer details begrijpen van het complexe breken van golven.” FloWave Ocean Energy Research Facility in Edinburgh. In het ronde bassin van 25 meter kunnen golven vanuit meerdere richtingen kunnen worden gegenereerd. Headerfoto door: Fabien Duboc