Filter results

9630 resultaten

Lokaal onderzoek van onschatbare waarde voor studenten en wijken

Impact for a better society is al sinds 2018 het motto van de TU Delft. Eén van de manieren om deze woorden te laten leven is het opleiden van maatschappelijk betrokken ingenieurs. Het programma TU Delft | WIJStad helpt studenten uit hun bubbel, zodat ze niet alleen kennis opdoen in collegezalen, maar ook leren van interactie met mensen buiten de universiteit, in de wijk, op straat. Daarvoor kun je naar Rotterdam, Den Haag, of een andere grote stad, maar impact maken kan ook gewoon hier, in Delft. Zo onderzochten vier studenten Bouwkunde tijdens hun master track building technology hoe ze meer verbinding konden realiseren tussen bewoners en organisaties in de wijken Tanthof, Buitenhof en Voorhof. Tegelijkertijd wilden ze maatschappelijke problemen zoals duurzaamheid en de energietransitie ter sprake brengen. Geen makkelijke opgave. De studenten brachten tien weken door in de wijken, maakten analyses, bezochten bewoners en organisaties en leerden de buurten op een hele andere manier kennen. Onderzoek teruggeven aan de wijk Uiteindelijk presenteerden ze hun bevindingen tijdens een workshop bij Stichting Stunt in de vorm van gave wandelroutes langs bijzondere plekken in de wijk. Het op locatie terugkoppelen van inzichten en ideeën is een belangrijk aspect waar het programma WIJStad bij helpt. Hierdoor bouwen we aan een duurzame relatie met de stad en maken we letterlijk impact. Geconfronteerd met een heel ander Delft Voor Luuk van der Horn, die voor zijn bachelor eindproject meeliep met Duurzaam 015 en op bezoek ging bij inwoners van Delft om te helpen met energiebesparende maatregelen, was de impact enorm. In zijn nawoord schrijft hij: “Het heeft me verbaasd en laten realiseren in wat voor verschillende omstandigheden mensen leven. Ik ben geconfronteerd met een heel ander Delft dan studentenstad Delft.” Maar het bleef niet alleen bij het onderzoek. Hij werd door het project geïnspireerd om het boek 'Armoede uitgelegd aan mensen met geld’ van Tim S’Jongers te lezen en herkende de problematiek die hijzelf was tegengekomen. “Ik denk dat iedere ambtenaar en bestuurder die iets met armoedebeleid te maken heeft mijn ervaringen zou moeten meemaken en dit boek zou moeten lezen. Dan zal er een heel ander en eerlijker armoedebeleid ontwikkeld worden, met veel meer oog voor het welzijn van mensen”, eindigt hij zijn nawoord. Volgens Van der Horns begeleider, universitair hoofddocent Jan Anne Annema, geven precies dit soort inzichten zo’n enorme meerwaarde aan lokale projecten. “Studenten komen soms voor het eerst in contact met lokale bewoners en hun ‘dagelijkse problemen’, dat vergeten ze de rest van hun leven niet meer. Hij beseft dat deze vorm van onderwijs voor veel docenten te veel tijd kost. “De meest efficiënte vorm van onderwijs is natuurlijk het geven van colleges, en het afbakenen van opdrachten voor studenten, zodat je in je eigen straatje blijft.” Ook voor Annema is het veel werk. Toch haalt hij er veel energie uit. “Voor mij gaat doceren om het zien groeien van studenten. Die curve, die interesseert me. Tijdens dit soort praktijkonderzoeken leren ze fouten maken en ontwikkelen ze zich enorm. Kijk naar van der Horn, die een heel nieuw wereldbeeld gekregen heeft. Dat is van onschatbare waarde en creëert impact op zoveel verschillende niveaus. Naar mijn mening zou deze vorm van onderwijs veel vaker gegeven moeten worden.” Ook een vak verbinden aan een lokaal vraagstuk? Neem contact op met TU Delft | WIJStad via wijstad@tudelft.nl . Visualisatie van Delft-West van studenten voor het vak Designing for Society.

Wijkuniversiteit als boegbeeld voor een maatschappelijk betrokken TU Delft

“Wat echt fantastisch zou zijn’, mijmerde Pieke Hoekstra, hoofd van het team Community Engagement and Outreach, twee jaar geleden met een collega van de Haagse Hogeschool: Een wijkuniversiteit. Een serieuze plek in een wijk die heel anders is samengesteld dan onze campus, waar kinderen en jongeren kunnen profiteren van een netwerk van studenten en docenten en waar ze in aanraking komen met de nieuwste technologieën. Een plek waar universiteit en bewoners elkaar ontmoeten, van elkaar leren en waar bewoners vooral ook zelf mogen bepalen wat voor activiteiten belangrijk zijn in de wijk. Een wild idee dat de afgelopen twee jaar niet meer uit het hoofd van Hoekstra te krijgen was. Ze begon het idee overal te delen, met collega’s, organisaties in de wijk en de gemeente. Het lijkt nu werkelijkheid te worden via de Regio Deal Delft-West. Als alles goed gaat, zijn er vanaf januari 2025 middelen beschikbaar om de wijkuniversiteit daadwerkelijk tot leven te brengen. Bijdragen aan kansen voor kinderen en jongeren Maar wat is dat dan, die wijkuniversiteit? Momenteel nog volop een verkenning. “We zijn nog op zoek naar de juiste organisatievorm, een fysieke plek en de invulling van het programma”, vertelt Hoekstra. “Juist hier willen we af van de aanname dat de universiteit als enige alle kennis en oplossingen heeft. Daarom werken we samen met hogescholen en mbo’s, maar ook met verschillende maatschappelijke organisaties in Delft-West, waar de wijkuniversiteit moet gaan komen. De allereerste vraag is nu: Wat hebben buurtbewoners nodig, wanneer draagt een wijkuniversiteit bij aan de toekomstdromen van hun kinderen en welke activiteiten passen daar wel en niet bij? We willen echt bijdragen aan de kansen voor kinderen en jongeren.” Als voorbeeld noemt ze de Presikhaaf University in Arnhem. Dit is geen ‘echte’ universiteit zoals wij die kennen, maar een succesvol programma voor jongeren in de wijk Presikhaaf. Ze werken aan gelijke kansen en ontwikkeling voor alle jongeren en “ronselen” naar eigen zeggen “voor een betere wereld”. Wat Hoekstra hier zo goed aan vindt is de co-creatie tussen jongeren en Arnhemse organisaties. “Het Openluchtmuseum bijvoorbeeld geeft niet simpelweg een paar vrijkaarten. Presikhaaf University ontwikkelt met hun jongeren in co-creatie en via design thinking een plan om ook voor hen tot een aantrekkelijk museum te komen. Ook kwamen ze met een voorstel bij de gemeente om nieuwe straatnamen te maken, gebaseerd op de helden van de jongeren.” Gelijkwaardig participeren Ook Imperial College in Londen is een inspiratiebron voor Hoekstra. “Met het Young People Program ontwerpen jongeren uit bepaalde buurten, onder begeleiding activiteiten die op grote festivals van het Imerpal College echt worden gelanceerd. De jongeren worden gelijkwaardig behandeld en krijgen voor hun inspanning betaald, wat ontzettend goed is voor hun zelfvertrouwen en eigenwaarde. Het team van Hoekstra bevat sinds een aantal maanden twee kennismakelaars, die de banden met zowel die buurten als de andere kennisinstellingen verstevigen. De ogen zijn gericht op Delft-West (de wijken Tanthof-West, Buitenhof en Voorhof). Dit is geen toeval. Deze wijken zijn onderdeel van het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, waarmee de rijksoverheid de toekomst van bewoners wil verbeteren. De gemeente Delft investeert de komende twintig jaar in deze wijken, om bewoners dezelfde kansen te geven op het gebied van wonen, gezondheid, werk en onderwijs. Meerwaarde voor TU Delft Maar wat heeft de TU hieraan? Waarom tijd en moeite investeren in een wijkuniversiteit, die nog niet eens een duidelijke vorm heeft? “Allereerst gaat het hier om kansengelijkheid” zegt Hoekstra. “We hebben de kans iets wezenlijks bij te dragen aan de ontwikkeling van kennis, talent en het netwerk van jonge mensen in onze stad”. Dit lijkt ook de perfecte lokale invulling van impact for a better society: echte impact, gericht op een specifiek deel van de maatschappij. Daarbij streeft de TU Delft naar civic engagement, zoals in het strategisch framework te lezen is. We leiden maatschappelijk betrokken ingenieurs op, die uit hun bubbel leren komen en samenwerken in de echte wereld met echte vraagstukken vanuit de maatschappij om ons heen. Tegelijk willen we ook een relevante bijdrage leveren aan onze directe omgeving. De wijkuniversiteit heeft de potentie om deze bijdrage te worden.” Pieke Hoekstra, initiatiefnemer van de "Wijkuniversiteit"

Half Height Horizontal

Boosting sustainable building education

Boosting sustainable building education in The Netherlands On 17 September, TU Delft launched a new initiative to implement sustainable building practices across the Dutch educational landscape by bringing together educators from Dutch vocational institutions (MBO) and TU Delft lecturers. Last week, the kick-off event at The Green Village on the TU Delft campus brought together 10 educators from MBO institutions and lecturers from TU Delft’s Sustainable Building with Timber MOOC. Educating for impact From September to December 2024, the MBO educators will participate in the MOOC as students: watching videos, completing course exercises, and submitting assignments. Additionally, they will engage in online sessions guided by TU Delft lecturers, who provide subject matter expertise, and an educational expert supporting the online learning process. From December through June 2025, the focus will shift to creating adaptable and open teaching resources specifically developed for MBO institutions. A ripple effect By equipping teachers with the tools and knowledge to teach sustainable building, the initiative supports the transition to more environmentally responsible practices within the building industry. The knowledge shared through this programme will shape the future workforce and contribute to a more sustainable world. While initially targeting a limited number of MBO institutions, the initiative’s impact is expected to extend far beyond. As educators integrate the materials into their curricula, the knowledge will reach future generations of students, amplifying the long-term influence of the project. Sustainable Building with Timber MOOC Course details A two-way learning process This mutually beneficial project embodies lifelong learning. MBO teachers gain access to innovative teaching materials on building with timber, while TU Delft benefits from the practical insights these practitioners bring from the field. This knowledge exchange enhances vocational education and strengthens TU Delft’s research and teaching. Open resources for lasting impact A key goal of the project is to create open-access, customisable teaching materials, enabling educators to tailor content to meet the specific needs of their institutions and students. This flexible approach fosters the teaching of sustainable building techniques. Acknowledgements Heartfelt thanks to everyone involved in making this initiative possible. Together, we are laying the foundations for a more sustainable future.

Three Students Nominated for the ECHO award

Three TU Delft students have been nominated for the ECHO Award 2024. The ECHO award is awarded to students with a non-western background who are actively engaged in society. Sibel, TJ and Pravesha talk about their background their nomination. The finalists will be selected on September 27th. Sibel Gökbekir How has your background influenced your academic journey? As a woman with Turkish roots, my academic journey has been about more than just pursuing degrees in engineering and law; it’s been about consistently advocating for the diverse needs of women and multicultural groups, ensuring their voices are heard in important decisions. This is why I actively contributed to different board positions at TU Delft, working to promote inclusivity and equality. My background inspired me to explore how engineering, law, and social justice intersect, particularly in empowering marginalised communities. I chose to study energy transitions and human rights to contribute to a fairer, more inclusive World. How have you turned this into contributions to society? I’ve dedicated my academic and personal life to promoting diversity and inclusion. As a youth ambassador for Stop Street Harassment, I aimed to create safer spaces for women and minorities because I believe everyone has the right to feel free and safe in society. Through the Turkish Golden Tulip Foundation, I advocated for vulnerable communities in earthquake relief. Additionally, I founded an initiative for migrant students in Rotterdam-South and I have been committed to improving educational opportunities for secondary school students with a migration background. Next, I gave guest lectures across the Netherlands to educate the younger generation about climate change and equitable energy transitions, emphasising the importance of a fair transition for all communities. What does it mean for you to nominated to the ECHO award? I feel very honoured to have been nominated on behalf of TU Delft. My commitment to community engagement is part of who I am, and therefore the ECHO Award is more than just a recognition; It offers me an opportunity to further expand my contributions to a more inclusive society. As an ECHO Ambassador, I plan to expand my efforts in promoting equality and sustainability, while inspiring others to take action for a more equitable World. TJ Rivera How has your background influenced your academic journey? My background as a Filipino in a Dutch-speaking bachelor’s programme made my academic journey both challenging and enriching. Being gay in a male-dominated field like Architecture, where most role models were heteronormative men, added another layer of difficulty. It was intimidating to not see people like me represented. However, this experience fuelled my belief that systems can and should be challenged, changed, and updated. I aimed to bring a fresh perspective, advocating for greater diversity and inclusivity in the field. How have you turned this into contributions to society? I translated my personal challenges into tangible contributions by advocating for inclusivity within architecture. Together with like-minded individuals, I began exploring the intersection of identity, sexuality, and architecture, and collaborated with my faculty’s diversity team to raise awareness. As I became known for my work with the queer community, I saw an opportunity to create lasting change. I co-revived ARGUS, the once-inactive study association for the Master of Architecture, which now serves as a platform to discuss and address issues of diversity within the field. This initiative continues to foster a more inclusive academic environment. What does it mean for you to be nominated to the Echo award? Being nominated for the ECHO Award is a significant milestone in my journey to expand my mission beyond the confines of my faculty. This national platform provides the opportunity to raise awareness and advocate for social justice on a larger scale. I believe students are key to driving change, and my focus is on amplifying the voices of the queer community, which is often overlooked. The ECHO Award will enable me to form partnerships with organizations and universities, further promoting diversity, inclusivity, and equality. It’s a chance to create broader, tangible change, addressing the needs of those who often go unheard. Pravesha Ramsundersingh How has your background influenced your academic journey? As a woman in STEM (Science, Technology, Engineering, and Mathematics), my background has been a powerful motivator to challenge gender disparities within Computer Science. Experiencing firsthand the underrepresentation of women in this field, I have been driven to not only excel academically but also become an advocate for diversity. Through leadership roles in the Faculty and Central Student Councils, I’ve focused on creating an inclusive environment that supports women and minority students, ensuring that everyone has the opportunity to succeed. How have you turned this into contributions to society? I’ve translated my experiences into actionable contributions by actively advocating for DEI at TU Delft. I ensured sexual education and consent training for 3,000 freshmen students, and I led initiatives like the Social Safety Initiatives Conference alongside the Dutch National Coordinator against Racism and Discrimination. In my student governance roles, I pushed for policies that address gender discrimination and social safety concerns, creating a more supportive environment for students of all backgrounds to thrive in both academic and social spaces. What does it mean for you to nominated to the ECHO award? Being nominated for the ECHO Award is an incredible honour that highlights the importance of the work I have done to promote DEI. It inspires me to continue advocating for systemic change in the tech industry and academia. This nomination reaffirms my commitment to driving equity in STEM, ensuring that future generations have more inclusive opportunities. It also motivates me to keep pushing boundaries and empower others to take action for a more just and equal society. The ECHO Award Every year ECHO, Center for Diversity Policy, invites colleges and universities to nominate socially active students who make a difference in the field of Diversity & Inclusion for the ECHO Award 2024. The ECHO Award calls attention to the specific experiences that students with a non-Western background* carry with them and the way they manage to turn these experiences into a constructive contribution to society. Winners are selected by an independent jury and may attend a full-service Summercourse at UCLA in the United States in 2025. Read more: ECHO Award - ECHO (echo-net.nl)

NWO kent financiering toe voor innovatief onderzoek naar fysieke experimentele omgevingen

Hoe kan je innovaties uit experimenten mainstreamen? Een consortium onder leiding van professor Tamara Metze heeft een prestigieuze NWO subsidie ontvangen. In een zoektocht naar paden naar meer duurzame toekomsten, gaan Metze en haar team onderzoeken hoe verschillende vormen van innovatie in fieldlabs, zoals The Green Village, in stedelijke living labs, zoals het Energielab Zuidoost in Amsterdam, en allerlei burgerinitiatieven meer impact kunnen hebben op duurzaamheidstransities. Pilot paradox Een grote uitdaging is een hardnekkige "pilot paradox", waarbij veel geleerd en geïnnoveerd is in experimenteer omgevingen, maar zij er niet in lijken te slagen langdurige, systemische verandering voor elkaar te krijgen. Het project ‘From EXperiment to sustainable change: TRAnsformative methodologies for Innovation and learning’ (EXTRA) wil de “pilot paradox” overkomen. Daarin wordt veel ge-experimenteerd maar lange termijn, systeemverandering blijft moeilijk. Onderzoekers gaan samen met allerlei veranderaars bestaande kennis bij elkaar brengen. Tamara Metze: ‘Ik heb erg veel zin om te gaan ontdekken wat effectieve manieren van co-creatie zijn die het mainstreamen van de duurzame innovaties mogelijk maakt. We gaan ontdekken hoe leren en innovatie leiden tot blijvende veranderingen in regelgeving, beleid, financiële systemen en de biofysische omgeving.’ Tamara Metze Lees het NWO-persbericht Concrete tools Het project is cruciaal voor het versnellen van duurzaamheidstransities. Door via trans-disciplinair actie-onderzoek praktische tools te ontwikkelen voor allerlei veranderaars, wordt het eenvoudiger om de methoden van co-creatie en mainstreamen effectiever en overdraagbaar te maken. ‘Deze tools zullen niet alleen grassroots-innovatoren zoals start ups en living labs ondersteunen, maar ook invloed hebben op institutionele en organisatorische structuren, zodat de lessen uit experimenten beter verankerd worden in beleid, regelgeving en organisaties’, legt Metze uit. Op de lange termijn streeft het project naar een efficiënter innovatie-ecosysteem, dat bijdraagt aan meer impactvolle en duurzame resultaten voor zowel de samenleving als het milieu. Projectpartners TU Delft, VU Amsterdam, Wageningen University & Research, Hogeschool van Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, The Green Village, AMS Institute; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, WoonFriesland, Dijkstra Draisma, Provincie Noord-Holland, Ministerie van Binnenlandse Zaken, PRICE / Almere, BouwLab, Alliantie Samen Nieuw-West, Innovation Quarter.

Bijzondere golven worden veel groter dan het bekende maximum

Kruisende golven blijken extremer dan extreem te zijn. Deze bijzondere diepzeegolven, waar nog weinig over bekend is, kunnen vier keer steiler worden dan voor mogelijk werd gehouden. Dit blijkt uit onderzoek van de TU Delft en andere universiteiten dat vandaag is gepubliceerd is Nature. Lang geleden gingen er verhalen rond over mysterieuze monstergolven die uit het niets leken te ontstaan en zelfs grote schepen omverhaalden. Het mythische karakter werd verleden tijd toen zo’n monstergolf voor het eerst werd vastgelegd bij het Draupner platform in de Noordzee. In 2018 lukte het Ton van den Bremer en zijn collega’s bij de Universiteiten van Edinburgh en Oxford om voor het eerst ooit deze Draupner-golf na te bootsen in het lab. Dit bood hen de kans om de golf nauwkeurig te bestuderen. En dat gaf onverwachte inzichten. Meerdere golven stuwen water omhoog Uit nieuw onderzoek van het onderzoeksconsortium blijkt nu dat dit bijzondere type golf niet breekt op het moment dat het volgens gangbare theorieën zou moeten breken. De verklaring hiervoor ligt in de ontstaanswijze van het monster. Ton van den Bremer, expert op het gebied van vloeistofmechanica bij de TU Delft, licht toe: “De golven die de meeste mensen van het strand kennen rollen vooruit. Het type golf dat wij onderzochten komt voor op open water en ontstaat als er golven vanuit meerdere richtingen samenkomen.” Als deze golven met een hoge directionele spreiding samenkomen wordt het water omhooggestuwd, een staande golf. Een voorbeeld daarvan is een kruisgolf. Hoe ontstaan kruisgolven Onder bepaalde omstandigheden op zee komen golven uit meerdere richtingen voor. Dit kan gebeuren op een plek waar twee zeeën samenkomen, of waar de windplots van richting verandert, zoals in een orkaan. Als golven uit twee richtingen samenkomen ontstaat een kruisgolf, zolang de richtingen maar ver genoeg uit elkaar liggen. Uit het onderzoek blijkt ook dat hoe verder de richtingen uit elkaar liggen, hoe hoger de kruisgolf kan worden. De rollende golven breken bij een bepaald limiet en bereiken dan ook hun maximale steilheid. Het onderzoek laat zien dat golven met een hoge directionele spreiding wel tachtig procent steiler kunnen worden dan dit limiet, voordat ze beginnen te breken. Deze golven kunnen zo bijna twee keer hoger worden dan ‘gangbare golven’ voordat ze beginnen te breken. Rollende golf (l) en golf met hoge directionele spreiding (r). Zwellen terwijl het breekt De onderzoekers stuitten op nog een ander bijzonder fenomeen dat breekt met bestaande theorieën. En dat is ongekend, volgens Van den Bremer: “Als een golf eenmaal begint te breken zie je een witte kop ontstaan, en is er normaliter geen weg meer terug. Maar als een golf met een hoge directionele spreiding begint met breken, kan de golf nog steeds verder groeien.” Het onderzoek laat zien dat deze enorme golven, tijdens het breekproces, nog eens twee keer zo steil kunnen worden, wat al twee keer steiler was dat het oorspronkelijk limiet. Bij elkaar opgeteld kunnen de golven dus vier keer zo steil worden als voor mogelijk werd gehouden. Schade aan offshore constructies De kennis dat golven die uit meerdere richtingen komen wel vier keer groter kunnen worden dan gedacht, kan houvast bieden om bouwwerken in zee veiliger te maken. “De driedimensionaliteit van golven wordt vaak over het hoofd gezien bij het ontwerp van offshore windturbines en andere constructies. Onze bevindingen suggereren dat dit leidt tot ontwerpen die minder betrouwbaar zijn”, zegt Mark McAllister van de University of Oxford, die de experimenten leidde en inmiddels werkzaam als senior onderzoeker bij Wood Thilsted. Dankzij de innovatie verticale sensoren is het mogelijk om nauwkeurige 3D metingen te doen van de golven. Innovatie in 3D-meetmethode De inzichten zijn te danken aan de ontwikkeling van een 3D-meetmethode in het FloWave lab. “De gebruikelijke 2D-methoden om golven te onderzoeken waren niet toereikend”, vertelt Van den Bremer. De onderzoeksgroep ontwierp een nieuwe manier om een 3D-beeld van de golven te krijgen. Ross Calvert van de University of Edinburgh: “Voor het eerst is het gelukt om golfhoogtes te meten met zo'n hoge ruimtelijke resolutie over zo'n groot gebied. Zo konden we veel meer details begrijpen van het complexe breken van golven.” FloWave Ocean Energy Research Facility in Edinburgh. In het ronde bassin van 25 meter kunnen golven vanuit meerdere richtingen kunnen worden gegenereerd. Headerfoto door: Fabien Duboc