Klimaatbestendige kustbescherming met ‘levende dijken’
Dijken beschermen Nederland tegen overstromingen. Om Nederland ook in de toekomst veilig te houden, worden in het Hoogwaterbeschermingsprogramma verschillende dijken versterkt. De traditionele manier van dijkversterking bestaat uit een ‘harde’ (asfalt)bekleding, maar dit gaat wel ten koste van de natuurlijke omgeving. Daarom kijkt het project ‘Living Dikes’ naar dijkversterking met gebruik van ‘building-with-nature’ methodieken. Verschillende partijen, waaronder TU Delft, onderzoeken hoe ‘levende dijken’ een belangrijke rol kunnen spelen bij een klimaatbestendige kustbescherming met behoud van natuur en landschap.
Leon Hermans, betrokken bij het project vanuit faculteit TBM van de TU Delft: ‘De traditionele dijkversterking vergt regelmatig verhoging en verbreding van de dijk. Zo’n ‘harde’ oplossing is goed te realiseren en wordt ondersteund door technische leidraden, rekenmodellen en bekostigingsstructuren. De keerzijde is dat dit op veel plaatsen leidt tot almaar hogere en bredere dijken. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van het landschap en natuurwaarden.’ ‘Levende dijken’ zijn groene dijken met een kwelder die meegroeien met de zeespiegelstijging. Ze kunnen een belangrijke rol spelen bij een klimaatbestendige kustbescherming. ‘Door gebruik te maken van natuurlijke voorlanden, hoeven dijken zelf minder hoog en breed te zijn om toch een zelfde mate van bescherming te bieden.’
Andere samenwerking is nodig
Het onderzoeksteam bij TBM, onder leiding van Hermans, kijkt naar de governance aspecten in het project. Voor het realiseren en onderhouden van levende dijken zijn andere samenwerkingen nodig dan voor klassieke ‘harde’ dijken. ‘Dijkversterking en -onderhoud is niet langer uitsluitend een zaak van waterschap of Rijkswaterstaat, maar ook van natuurorganisaties en particuliere terreinbeheerders, van gemeenten, provincies, agrariërs en omwonenden. Ook zijn er meerdere functies en waarden in het geding, naast alleen de overstromingsbescherming: natuur, landschap, recreatie, landbouw en regionale ontwikkeling’, aldus Hermans.
PhD onderzoeker Esmee Bannenberg onderzoekt hoe partijen het in dit complexe speelveld eens kunnen worden over arrangementen voor “adaptive joint action”: gezamenlijke leerarrangementen, waarbij levende dijken ingezet kunnen worden op een adaptieve manier. Hierdoor staan afspraken over de inrichting rondom de dijk op de lange termijn niet in steen gebeiteld, maar hebben partijen wel procesafspraken gemaakt hoe ze omgaan met de veranderingen die de toekomst brengt. Bannenberg: ‘Dit moet het mogelijk maken om ‘living dikes’ nu al te realiseren, ondanks bestaande onzekerheden over toekomstige ontwikkelingen in klimaat, natuur en omgeving.’ Uitgangspunt is dat de samenwerking meerwaarde biedt, maar dat de verschillende betrokken partijen bij de dijk binnen de grenzen van hun eigen kritieke belangen blijven. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om wettelijk vastgelegde overstromingsnormen die niet mogen worden overschreden, dat kosten voor beheer en onderhoud redelijk verdeeld blijven over partijen, of dat er voldoende natuurlijke dynamiek mogelijk blijft, met voldoende soortenrijkdom. Bannenberg legt uit dat door de adaptieve aanpak tijdig aanpassingen gemaakt kunnen worden wanneer nodig. ‘Dit is van groot belang, zodat de waterveiligheid ook in de toekomst, ondanks het innovatieve en dynamische karakter van levende dijken, niet in het geding is.’
Complexe uitdagingen
De eerste fase van het onderzoek is inmiddels goed op stoom. Naast Bannenberg en Hermans, zijn ook TBM onderzoekers Jill Slinger en Heleen Vreugdenhil betrokken, evenals Deltares onderzoeker en TBM-alumna Stephanie Janssen. Uit de eerste resultaten blijkt duidelijk dat de opgave voor het realiseren van Levende Dijken zo mogelijk nog uitdagender is dan aanvankelijk al gedacht. Niet alleen moeten verschillende partijen het eens worden over “adaptive joint action”, maar het gesprek wordt ook niet langer uitsluitend gevoerd binnen de waterveiligheidsarena. De koppeling met andere beleidsarena’s rond natuur, duurzaamheid, klimaat en gebiedsontwikkeling, is voor een ‘Levende Dijk’ essentieel en voegt een nieuwe laag complexiteit toe. ‘Op dit moment brengen we dit netwerk van gekoppelde arena’s (‘Network of Adjacent Action Situations’) rond Levende Dijken verder in kaart voor de Waddenzeekust in Noord-Nederland. Op basis hiervan ontwikkelen we in de volgende onderzoeksfasen een proces-instrument om partijen te ondersteunen bij ‘adaptive joint action’’ legt Hermans uit.
Over Living Dikes
In het Living Dikes project onderzoeken de TU Delft, Universiteit Twente, NIOZ, Van Hall Larenstein, Deltares, Rijksuniversiteit Groningen en andere partners “nature-based solutions” om veerkrachtige en klimaatbestendige kustbescherming te realiseren. De overkoepelende projectleider is Bas Borsje van Universiteit Twente. Lees meer over het NWO Living Dikes project.