Algemene handelingen
- Pak handstuk (steen) ... en hou omhoog of laat even rondgaan.
- Vraag: Vraag de kinderen wat ze zien. Wat valt ze op? Denk aan vorm, kleur, aanwezig streepjes of breuken, glinsterende stukjes, kun je duidelijk lagen zien of niet, de structuur, voelt de steen glad of juist ruw etc.
- Mogelijke observaties handstuk:
- Als iedereen de steen heeft bekeken, leg je slijpplaatje … onder de microscoop. Neem vergroting 10x, de tafel op 0 graden, de polarisator op 0 graden en schuif de analysator in (niet in gebruik). Het beeld zou moeten lijken of foto a. Check of het beeld op het grote scherm te zien is. Het is van belang dat je eerst met de grote scherpstel knop opzoek gaat naar het punt wat we ongeveer willen zien, om vervolgens met de fijne scherpstelknoppen het gewenste beeld te verkrijgen.
- Vraag: Wat zie je? Waar vind je het op lijken (bijvoorbeeld zandkorrels, een landschap, wat ze maar kunnen bedenken)? Welke kenmerken die ze net bij de steen hebben genoemd zien ze hier nu ook? (Bijvoorbeeld duidelijke brokjes, lagen, kleuren etc.). Is er een groot verschil tussen het handstuk en het slijpplaatje?
- Vertel: Materiaal en/of ontstaan
- Trek de analysator uit (wel in gebruik). Bespreek met de deelnemers wat er is veranderd. Draai de polarisator langzaam tegen de klok in tot 90 graden (lijkt op foto b). Wat zie je veranderen? Draai de andere kant op (met de klok mee, dus van 90 via 0 naar 270) tot 270 graden (lijkt op foto c en d). (0 en 270 geven hetzelfde beeld, maar daartussen zie je veel veranderen)
- Vraag: Welke veranderingen zie je? Wat valt je op?
Wat je de bezoekers kan vertellen:
- Effect filters en of Kleurverschillen: Alle losse stukjes die je ziet (aanwijzen), zijn verschillende soorten mineralen die aan elkaar geplakt zitten. Elk mineraal heeft een andere vorm en ligt in een andere houding ten opzichte van de microscoop lens. Elk stukje reflecteert en breekt het licht dat van beneden komt daardoor anders. Door het filter en het draaien krijgt elk stukje dus verschillende kleuren. Oftewel: als je het preparaat of één van de polarisatiefilters draait, zal de kleur van een mineraal veranderen. Omdat deze mineralen van zichzelf al gekke vormen en kleuren hebben, komt dat nog meer naar voren als je de filters gebruikt.
- Extra: Hoe 1 brokje mineraal het licht en de kleur verandert, wordt ook wel de brekingsindex van dat mineraal genoemd. Onderzoekers kunnen onbekende mineralen in het plaatje herkennen door de filters te draaien en de kleurveranderingen te bekijken. Dit helpt hen bij het determineren van de mineralen
- Extra: Omdat een mineraal, en dus het preparaat, bestaat uit allerlei losse brokjes die allemaal onder een andere hoek tegen elkaar liggen en allemaal meerdere brekingsindexen hebben, zorgt het draaien van de tafel en het gebruik van de analysator ervoor dat verschillende delen uitdoven(donker worden) of van kleur veranderen op verschillende momenten.