Jitske de Vries
Voor mijn gevoel ben ik niet de stereotype Werktuigbouwkunde student die vanaf kleins af aan met technisch lego speelde – zoals bijvoorbeeld medestudent Jesse - of zelf moeilijke uitvindingen deed. Waarom heb ik dan toch voor de opleiding Werktuigbouwkunde gekozen? Het begon allemaal bij het kiezen van mijn pakket in de derde klas van het gymnasium. Ik kan het me nu niet meer voorstellen, maar ik had geen hele grote voorkeur welke vakken ik leuk vond. En ik deed het bij alle vakken ongeveer even goed, een moeilijke beginpositie voor het kiezen van je pakket. Gelukkig was er wel een vak dat ik vreselijk vond: geschiedenis. Ik keek uit naar de dag dat ik dat vak mocht laten vallen. Verder wist ik dat als ik wis- en natuurkunde zou kiezen, ik bijna geen enkele vervolgopleiding zou uitsluiten. Aangezien ik nog geen idee had welke kant ik echt op wilde, koos ik voor een N&T, N&G pakket met Grieks, Frans en tekenen.
In de vijfde klas ben ik echt serieus begonnen met mijn studiekeuze. Ik heb letterlijk een studiegids opengeslagen en alles wat mij maar enigszins interessant leek omcirkeld. En daar ging ik dan, naar de open dagen van allerlei universiteiten. De Universiteit Leiden, TU Eindhoven, de VU, Universiteit Twente en de TU Delft: allemaal heb ik ze een of zelfs meerdere keren bezocht. Op een gegeven moment had ik wel een bingokaart vol aan studiepraatje clichés: “Je kan zo leuk naar het buitenland met studie X” en “BSA staat voor bindend studieadvies, dat betekent …”. Maar heel geleidelijk kwam ik er wel steeds meer achter welke richting ik op wou.
Langzamerhand kwam ook steeds meer het besef dat ik “iets” met wiskunde en natuurkunde wilde gaan doen. Ik houd van raadseltjes oplossen en vond de verhalen die de natuurkunde docent vertelde altijd fascinerend. Sindsdien beperkte ik mijn open dagen bezoekjes tot de drie technische universiteiten in Twente, Eindhoven en Delft. Ik kan mij nog goed herinneren dat ik tijdens een van die open dagen enthousiast werd voor Werktuigbouwkunde. Ik zat in de grootste zaal van de TU Delft en luisterde naar een docent en zijn passie voor techniek. Van die passie werd ik enthousiast! We gingen daarnaast aan de slag met sommen die heel erg op mijn natuurkunde huiswerk leken, waardoor het heel duidelijk werd met wat voor stof ik te maken zou krijgen.
Uiteindelijk kwam de doorslag om te kiezen voor Werktuigbouwkunde tijdens het maken van mijn profielwerkstuk. Het leek mij en mijn klasgenoot leuker om iets te maken, dan om een literatuuronderzoek te doen. Met het vak natuurkunde als achtergrond hebben we een doel opgesteld: een fietser laten profiteren van tegenwind. Met dat doel hebben we een heel ontwerpproces doorlopen en uiteindelijk hebben we een windmolen aangesloten op het wiel in de hoop dat de tegenwind daardoor in een voortstuwende kracht omgezet zou worden. Het werkte helaas voor geen meter, maar het had wel een hele mooie uitkomst. Namelijk dat ik gefascineerd raakte met het idee dat je problemen kunt oplossen door natuurkunde te gebruiken en dat je iets kunt bedenken dat je uiteindelijk zelf in je handen kunt vasthouden.
Kortom: ook ik heb tijdens mijn studiekeuzeproces vaak getwijfeld tussen verschillende studies en verschillende universiteiten. Maar door er veel over na te denken, je goed te laten voorlichten en met veel mensen te praten kom je tot inzichten en uiteindelijk tot een weloverwogen keuze. Je kunt nooit helemaal zeker weten of je de juiste keuze hebt gemaakt, maar je kunt wel je best doen om die kans zo groot mogelijk te maken. Ik heb nu, mijn bachelor afgerond en bezig met mijn master, nog steeds heel erg veel plezier van mijn keuze!