Allemaal familie
In deze serie praten (groot)ouders en hun (klein)kinderen over hun studententijd. Lees de originele versie van dit verhaal hier.
Van hospita tot tuinfeest
Anders dan nu speelde de hospita in het studentenleven van vroeger een belangrijke rol. De eerste kamer van opa Cees Distelbrink (elektrotechniek 1958-1965) was op de Spoorsingel, aan de voorzijde, waar ieder kwartier een trein langs denderde. Daarna kwam hij bij een ‘oud omaatje’ terecht waar hij een jaar lang een kamer deelde met zijn jongere broer. “Dat was een beetje een vies huis. Onze hospita had kippen die overal mochten lopen. Wilde je een eitje bakken, dan moest je bij wijze van spreken eerst de kippen van het aanrecht halen.”
Kleindochter Anne Jacobs is masterstudent strategic product design en woonde ruim zes jaar in dezelfde studentenflat. Ze deelde er een woning met zeven anderen, een hospita was er niet. “Het was er lang leve de lol. Alles kon en bijna alles mocht. Zo gaven we bijvoorbeeld ieder jaar een huisfeestje.” Opa Cees en oma Manon knipperen met hun ogen. Een huisfeest? Dat lieten ze vroeger wel uit hun hoofd.