Een monumentaal schoolgebouw aan het Amsterdamse Hortusplantsoen dient sinds 2015 als onderkomen van de Reinwardt Academie. Deze op museologie en cultureel erfgoed gerichte onderwijsinstelling maakt onderdeel uit van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten.
Architectuur
Diana Ugnat concentreerde zich op het domein Architectuur en onderzocht de invloed van het herontwerp op het DNA van het bestaande gebouw. Dat de Reinwardt Academie een publiek gebouw is, bleek een troef. “Ons groepje heeft een rondleiding gekregen en medewerkers hebben belangrijke informatie ter beschikking gesteld over het oorspronkelijke gebouw uit 1896 en de veranderingen die zijn aangebracht voordat het in 2012 werd gerenoveerd volgens het ontwerp van Annette Marx. Onze bevindingen bespraken we vervolgens met onze tutors. Annette heeft ons voorzien van informatie over haar herontwerp. Ook hebben we archiefonderzoek en hebben zelfs oude filmpjes bekeken om vergelijkingen te kunnen maken tussen oude en nieuwe situaties. Ons onderzoek maakte duidelijk dat er al veel aan het gebouw was vertimmerd voordat het in 2012 werd gerenoveerd.”
Om meer ruimte te creëren en de bruikbaarheid van het gebouw voor studenten en personeel te vergroten stelde de architect onder meer voor een in 1954 aangebrachte dakconstructie op de begane grond tussen de gevels van belendende gebouwen – oorspronkelijk twee naast elkaar gelegen basisscholen – te verwijderen. In plaats hiervan bracht zij met nieuw metselwerk de bakstenen gevels op gelijke hoogte, verbond ze met een vliesgevel en bracht een dakconstructie aan van zink en glas. Door nieuwe openingen in de gevels op de begane grond is bovendien een nieuwe, lichte en toegankelijke centrale binnenplaats ontstaan. “Net als de architect kwamen we erachter dat de overdekte binnenplaatsen oorspronkelijk uitwendig waren. Marx heeft ervoor gekozen de ruimtelijke kwaliteit van die oorspronkelijke ruimten terug te brengen met ingrepen die recht doen aan het oorspronkelijke karakter van het gebouw. Wel bleek uit interviews met docenten en studenten dat sommige educatieve ruimten niet of weinig worden gebruikt omdat de temperatuur er ‘s zomers te hoog en ‘s winters te laag is.”
Diana kende aan het werk van Marx de hoogste waardering toe – blauw – terwijl de architect zelf op geel uitkwam. “Ik keek vooral naar de impact van het nieuwe dak en de verbeterde functie van de centrale binnenplaats, terwijl Annette het contrast tussen het herontwerp en de typologie van het bestaande gebouw juist als een reden voor een lagere score beschouwt. Ze rekent ook mee dat haar herontwerp voor de entree niet is uitgevoerd.” Diana past haar CRASH-ervaring en de gebruikte analysemethode nu toe tijdens haar stage. “Dat naast de eisen aan het nieuwe gebruik de historie van een gebouw je ontwerpkeuzen motiveert is voor mij een eyeopener. Het is goed om niet alleen intuïtief te werk te gaan, maar ontwerpkeuzen te kunnen onderbouwen met behulp van een grondige analyse.”
Duurzaamheid
Teamgenoot Lars Bouter koos voor het domein Duurzaamheid. Volgens de Building Research Establishment Environmental Assessment Method (BREEAM-NL), een instrument voor het meten van het duurzaamheidsgehalte van gebouwen, gooit de gerenoveerde academie hoge ogen in verschillende categorieën, waaronder ecologische waarde. Lars werd geprikkeld door een bericht op de website van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten waarin staat dat het pand en de inrichting van het groen de ecologische waarde van de Amsterdamse binnenstad verhogen. “Dat klinkt te mooi om waar te zijn. Ik wilde graag nader onderzoeken of dit zo is. Het verzamelen van voldoende harde cijfers bleek echter nog niet zo eenvoudig.”
In de tien weken die Lars voor zijn onderzoek had, bezocht hij de locatie driemaal en sprak onder meer met de gebouwbeheerder, een belangrijke bron van informatie. “Hij weet veel van het gebouw en de plek én is verantwoordelijk voor het beheer van de tuin. Hij was zo enthousiast over het BREEAM-onderzoek dat hij ‘s nachts mee ging voor de vleermuizentelling.” Ook googelde Bouter naar relevante onderzoeksrapporten. “Zo heb ik bijvoorbeeld soorten en aantallen vogels voor en na de renovatie geprobeerd te achterhalen en gekeken naar deze locatie in verhouding tot de natuurlijke kwaliteiten van de omgeving.” Aan de achterzijde beschikt de Reinwardt Academie over een tuin, een buitenruimte met bomen. Het pand staat in een betrekkelijk groen deel van de stad, aan een plantsoen, tegenover de Hortus Botanicus en op loopafstand van Artis. “Er zijn geen verbindingen ten gunste van ecologische kwaliteit of biodiversiteit. Annette Marx had wel ideeën aangedragen over een groene zichtlijn door het gebouwcomplex heen maar die zijn tot nu toe niet opgepakt.”
Lars volgde eerder vakken over gebouwd erfgoed om te begrijpen hoe transformatieopgaven volbracht kunnen worden. Hij vertelt dat hij oude gebouwen sowieso interessanter vindt dan nieuwe. “Als een plek geschiedenis heeft, zou je die moeten gebruiken om het oude een nieuw leven te geven. Door dit traject ben ik me er meer bewust van geworden dat de natuurwaarde van een plek of object deel uitmaakt van die geschiedenis. Een ontwerper zou bij een transformatieopgave ook dat aspect op waarde moeten schatten.” Hij waardeerde het herontwerp in dit domein met groen. “De architect kwam uit op dezelfde kleur, maar dan voor het hele domein Duurzaamheid. Dat maakt de uitslagen niet zo goed vergelijkbaar.”