Shanghai geeft met de razendsnelle transformatie van zijn waterfront een spectaculair voorbeeld van duurzame stadsplanning. Het Westen kan leren van de enorme daadkracht, maar niet alles gaat goed in de Chinese praktijk, constateert Harry den Hartog in zijn promotieonderzoek.
De oevers van Shanghai’s centrale rivier de Huangpu bruisten altijd van industriële activiteit, maar daar kwam de laatste jaren snel verandering in. Sinds de Wereldexpo 2010, die als katalysator fungeerde, verplaatst de wereldstad zijn havenactiviteiten ver naar buiten. Onder het motto ‘Better City, Better Life’ worden ze vervangen door commercieel en cultureel vastgoed, appartementengebouwen en parken. En dat over zestig kilometer waterkant op beide oevers van deze zijrivier van de Yangtze. Ter vergelijking: Rotterdam deed over zijn waterfronttransformatie zo’n dertig jaar, met 1,2 miljoen vierkante meter vastgoed als resultaat. “In Shanghai bouwen ze er elk jaar een Kop van Zuid bij, met internationale toparchitecten als ontwerpers”, vertelt Harry den Hartog. “Ze maken er ook nog eens een duurzaam voorbeeldproject van. Zondermeer indrukwekkend.”
Aan de basis van de enorme transformatie ligt het masterplan ‘Striving for an Excellent Global City 2017-2035’. Dit leunt zwaar op de Chinese stedenbouwkundige praktijk van het zogenoemde ‘Ecologische Beschavingsdenken’. Dat is een moderne duurzaamheidsfilosofie die wortelt in oud-Chinese filosofieën en die zich afzet tegen ‘verkeerde’ industrialisatie van het Westen. Grote vraag in het promotieonderzoek van Den Hartog is in hoeverre deze Chinese praktijk bijdraagt aan de internationale groene transitie – en vice versa.
Eco-eiland Chongming
Op het eerste gezicht lijkt Shanghai met zijn ongekende prestaties ’s werelds vaandeldrager op het gebied van duurzame stedenbouwkundige ontwikkeling. Lokale Chinese bestuurders komen massaal kijken naar dit nationale voorbeeldproject. Nergens op aarde is de aanpak grootser en doortastender. De nieuwe, uitgestrekte parken langs de oevers van de Huangpu zijn drukbezocht. Het moet volgens partijleider Xi Jinping dan ook ‘een stad voor en door mensen’ worden. Voor de vele glimmende gebouwen die eromheen oprijzen worden duurzame realisatiemethoden gebruikt. De voorheen stinkende rivier is schoongemaakt en verlost van de bronnen van vervuiling die op de oevers lagen.
De verduurzamingsinspanningen van Shanghai blijven bovendien niet beperkt tot het Huangpu-gebied. Aan de andere kant van de megastad heeft het Chongming eiland, in de monding van de Yangtze-rivier, de bestemming ‘eco-eiland’ gekregen. Dit gigantische eiland – met toch nog 800.000 bewoners – bestaat deels uit een natuurreservaat dat van cruciaal belang is voor trekvogels. Het eiland kent een bouwverbod en moet stadsbewoners uitnodigen tot wandeltochten.
Kanttekeningen
Prachtig allemaal, toch zijn er kanttekeningen te plaatsen bij de duurzame omwenteling van Shanghai. Zo behoren de vastgoedprijzen op de getransformeerde rivieroevers tot de hoogste van de wereld. Behalve kantoorgebouwen zijn er veel service-appartementen gebouwd. De prijzen ervan lopen op tot 18.000 euro per vierkante meter. Op een dergelijke toplocatie is alleen plek voor de happy few. Het hagelnieuwe vastgoed staat bovendien voor zeker 30 procent leeg. Hoe het kan dat de bouw toch volop doorgaat? Het heeft te maken met doorgroeiende vastgoedprijzen. De Chinese middenklasse steekt zijn spaargeld massaal in stenen, omdat dit geldt als veilige en lucratieve belegging.
Rimpelingen en regie
Ook de ontwikkeling van het Chongming vogeleiland verloopt niet zonder rimpelingen. De oostkant van dit 25 kilometer brede eiland valt onder buurgemeente Nantong. En daar vatten ze de bestemming ‘wetland’ op als ‘braakliggend terrein’. Kansen dus om te bouwen. Al snel stonden de heistellingen te stampen, aangemoedigd door geplande (rail)verbindingen die buurgemeenten met Shanghai verbinden. De centrale overheid legde de bouw stil nadat de eerste huizenblokken waren gerealiseerd en opperde zelfs afbraak. Een duidelijk teken van een zekere regie. Maar dat het zover moest komen, onthult ook de tamelijk chaotische onderliggende structuur. “Er zijn geen eenduidige definities van stedenbouwkundige begrippen en het ontbreekt aan samenspraak”, constateert Den Hartog. “Bovendien is inspraak een onbekend fenomeen.”
Inspraak
Dat laatste is mede reden waarom er zoveel leegstand is in de getransformeerde gebieden. De bouw gaat door zonder dat mensen ooit is gevraagd wat ze willen. Er zijn wel experimenten met inspraak, maar die paar locaties zijn uitzonderingen. De almachtige overheid hoeft ook niemand te consulteren, want ze is eigenaar van alle grond. Bestemmingsplanwijzigingen en grootscheepse transformaties zijn dus veel eenvoudiger uitvoerbaar dan bij ons. “Enerzijds kunnen wij iets leren van die besluitvaardigheid, anderzijds zou China er baat bij hebben om – net als bij ons – eerst goed te onderzoeken en dan pas te beginnen. Want als het misgaat, gaat het ook goed mis”, zegt Den Hartog. “Op het Chongming eiland is nu sprake van een correctie en langs de Huangpu-oevers zie je dat districten van elkaars fouten leren. Er is gelukkig sprake van vooruitgang.”
Meer informatie
Harry den Hartog promoveert op 20 september op zijn proefschrift 'Tensions and opportunities at Shanghai’s waterfronts: Laboratories for institutional strategies toward sustainable urban planning and delta design transitions'.