Dat architecten mede vorm geven aan een circulaire economie lijkt vanzelfsprekend. Maar hoe dan precies? Welke rollen zijn voor hen weggelegd in de totstandkoming van een circulair gebouwde omgeving? Het eenjarig onderzoeksproject Circular City fungeert als een eerste oriëntatie op opvattingen en ervaringen uit de beroepspraktijk. Naar aanleiding van hun bevindingen gaan onderzoekers van de faculteit Bouwkunde in een symposium op 3 februari in gesprek met vier architectenbureaus die hun perspectieven zullen delen.
Onderzoekers Roberto Cavallo en Piero Medici van de afdeling Architectuur en David Peck van de afdeling Architectural Engineering + Technology zijn betrokken bij het project en samen met Tillmann Klein zullen zij het symposium inleiden. Medici heeft in 2020 interviews afgenomen met architecten van Nederlandse bureaus over verschillende aspecten van circulair werken en ontwerpen. Hij vertelt dat architecten zich in wisselende mate inzetten voor een circulaire praktijk en dat zijn interviews een goede eerste indruk geven van zowel kansen als beperkingen die door architecten worden ervaren. “Natuurlijk hebben we het gehad over schaarste van veel natuurlijke hulpbronnen en de noodzaak deze te sparen. Een van de vragen die dan rijst is in hoeverre architecten nieuwe gebouwen moeten blijven ontwerpen?”
Warmlopen
Volgens David Peck is het begrijpelijk dat architecten die hebben geleerd dat het bedenken van nieuwe gebouwen hun bestaansreden is, niet vanzelfsprekend warmlopen voor noties als hergebruik. Hier ligt echter ook een taak voor opdrachtgevers, die vaak voor nieuwbouw kiezen. Des te belangrijker is het dat mensen die een omslag naar een circulaire economie belangrijk vinden uitleggen dat de creativiteit van architecten broodnodig is om nieuwe wegen te kunnen bewandelen. “Het discours heeft soms een wat zurige bijsmaak. Alsof een circulaire economie iets onontkoombaars is dat door regelgeving zal worden afgedwongen. Een circulaire economie gaat niet alleen over planologie, grondstoffen en materialen, ze gaat over gedragsverandering en een evenwichtig gebruik van beschikbare ruimte door verschillende groepen van belanghebbenden.” Zijn er mogelijkheden om gemeenschappelijke, gedeelde ruimten te behouden dan wel te ontwikkelen ten gunste van alle bewoners van de stad in plaats van deze steeds verder te verdichten ten gunste van een welvarende bovenklasse? Onder welke omstandigheden is niet bouwen beter dan bebouwen? “Ik zie nieuwe speelruimte voor creativiteit ontstaan, daar zou het ook – en onder architecten misschien zelfs vooral – over moeten gaan.”
Pionierende architecten geven aan de toepassing van duurzame materialen en hergebruik van materialen centraal te stellen, het ontwerp is in feite volgend. “Voor veel architecten is dit nog een brug te ver”, stelt Medici. “Voor hen is het ontwerp leidend en daaruit volgen de beschikbaarheid en betaalbaarheid van materialen.” Daarbij komt, geeft Peck aan, dat architecten veelal nog als opdrachtnemer in een lineair economisch proces moeten acteren. “Ze leveren gewoonweg wat er van ze wordt gevraagd.” Een werkelijke systeemverandering houdt in dat de uitvraag leidt tot een circulaire praktijk. “Ik ken overigens wel een groot bureau dat aangeeft die vraag steeds vaker te krijgen. Verandering hangt in de lucht.”
Heruitvinden
Uit de interviews komt sterk naar voren dat architecten die meer in het verlengde van circulair denken willen handelen zichzelf heruitvinden. Medici: “De architect fungeert dan bijvoorbeeld als aanjager van een ontwikkeling, niet zozeer als opdrachtnemer met een afgebakende rol.” Om te kunnen ontwerpen voor een circulaire economie hebben vooruitstrevende architecten niet alleen veelsoortige kennis nodig, geeft hij aan, ze treden ook op als inspiratie- en kennisbron voor stakeholders zoals een gemeentelijke overheid of ontpoppen zich als projectontwikkelaar. “Daarbij worden beperkingen ervaren.” Zo lang allerlei kosten hergebruik relatief duur maken, is de animo om businessmodellen aan te passen gering. Door de import en het gebruik van primaire materialen zwaarder te belasten en arbeidskracht juist minder, kan een overheid hergebruik aanmoedigen in plaats van ontmoedigen. “Daar kunnen architecten wat mee. Zonder dergelijke ingrepen blijft het primaat van goedkope, niet-duurzame materialen een transitie in de weg staan.”
Nieuw Bauhaus
Het doel van het project en het symposium is wetenschappelijke kennis te positioneren ten opzichte van de praktijkervaringen. Tegelijkertijd verenigt het project verschillende disciplines. “Precies wat de Circular Built Environment Hub van deze faculteit voor ogen heeft”, aldus Peck. Zelf doet hij onder meer onderzoek naar de positie van schaarse materialen in productontwerp en stedelijke materiaalstromen. “Ik werk vaak samen met productontwikkelaars en technisch specialisten. Om de doorwerking van een circulaire economie in de gebouwde omgeving te kunnen bevatten en duiden, moet iemand met mijn achtergrond nauw optrekken met een onderzoeker zoals Piero, die het perspectief van de architect probeert te doorgronden.”
Dat de Europese Commissie in haar strategie voor nieuwe onderzoekssubsidies het Bauhaus als model neemt om naar een circulaire economie toe te werken, vindt Peck veelzeggend. “Het Bauhaus bracht kunstenaars en techneuten samen: ondernemers en onderzoekers. Het verenigde kunst, ambacht en ontwerp en slaagde er zodoende in om ruimtelijke én sociale kwesties zoals de woningnood onder arbeiders te adresseren. Architecten hadden er een vooraanstaande rol en liepen voorop in het bedenken van nieuwe oplossingen.” Zo zou de circulaire economie benaderd moeten worden, vindt ook Peck. “EC-voorzitter Ursula von der Leyen zei afgelopen najaar: ‘This is not just an environmental or economic project: it needs to be a new cultural project for Europe.’ Wij – onderzoekers, ontwerpers en producenten van gebouwen en leefruimte – moeten gezamenlijk optrekken en om dat te kunnen doen moeten we elkaar beter begrijpen.”
Image credits
Afbeelding 1: Space&Matter
Afbeelding 2: Autonomous community based on Vale’s Autonomous house design. © Architectural Design Magazine, 1976
Gepubliceerd: december 2020
Meer informatie
Het project Circular City is gefinancierd door NWO. Partners van de faculteit Bouwkunde zijn het bureau Space&Matter en Het Nieuwe Instituut. Superuse Studios, RAU and CITYFÖRSTER architecture + urbanism werkten mee aan de interviews. Een open acces-publicatie over de bevindingen van het onderzoeksproject en het symposium volgt later in 2021. De resultaten van Circular City geven aanleiding tot omvangrijkere onderzoeksprojecten waarvoor voorstellen momenteel in ontwikkeling zijn.
Symposium
The architect’s roles in the Circular Economy and Circular Society
3 februari 2021 | 08:45 - 13:30 | Online (livestream)
Space&Matter, Superuse Studios, RAU, CITYFÖRSTER architecture + urbanism,
Piero Medici, Tillmann Klein, Roberto Cavallo, David Peck.