De mysterieuze microscoop uit Jena
Catherine Buckland
Achterin een kast bij de afdeling Imaging Physics van de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) van de TU Delft lag al bijna dertig jaar een doos vol interessante voorwerpen. In die doos, verscholen tussen prisma’s en telescopen, lag een mysterieuze microscoop. De meeste voorwerpen dateerden uit het midden van de 20e eeuw, maar deze microscoop zag er ouder uit – veel ouder! Wat is er gebeurd en hoe kwam het instrument in een kast bij TNW? Team Maatwerk van de TU Delft ging op onderzoek uit. Lees het hele verhaal.
Wat zit er in de doos?
Een kleine koperen microscoop gemonteerd op een houten kistje, met de naam van de maker "Carl Zeiss" gegraveerd op de bovenkant met een mysterieus nummer "417". Het zag er zeker niet uit als iets dat Zeiss in de vorige eeuw zou hebben geproduceerd.
Het doosje zat op slot en de sleutel was al lang zoek, maar een handig briefje vertelde dat het geopend kon worden "met een briefopener" (het team gebruikte een schroevendraaier). De binnenkant was bekleed met blauw fluweel en bevatte een aantal verschillende lenzen en een klein vergrootglas.
Er zaten ook gevouwen documenten in de doos, geschreven in gotische drukletters. Een daarvan was een aanbevelingsbrief van de botanicus MJ Schleiden uit 1857, die de lezer verzekerde dat "voor de kenner het werk van Herr Zeiss geen aanbeveling van een derde partij nodig heeft". Het team Maatwerk van de TU Delft Library vond ook de originele handleiding, die aangaf dat het een "Einfachen mikroskop" ("Basismicroscoop") was met handgeschreven notities over hoe het glas schoongemaakt moest worden.
Experts
Het was tijd om de experts te raadplegen. Gelukkig beschikt Zeiss over een eigen archief, waarin alle gegevens over aankopen van klanten vóór 1890 zijn gedigitaliseerd. Deze gegevens komen overeen met de datering van 1857 in de brief van Schleiden. Bij het controleren van hun aankooplijsten werd duidelijk dat de "417" inscriptie verwees naar het feit dat het de 417e microscoop was die Zeiss ooit had gemaakt. Ter referentie, de eerste microscoop werd slechts 13 jaar eerder verkocht, wat betekent dat het dateerde uit de eerste twee decennia van de Zeiss geschiedenis.
Nach Holland
Het archief bracht meer mysteries aan het licht. Microscoop nummer 417 werd in 1857 verkocht aan een "Herr H. Tromsdorff" uit Erfurt. Dit is Christian Wilhelm Hermann Trommsdorff - zoon van Johann Bartholomäus Trommsdorff, de bekende chemicus - die eigenaar was van een chemische fabriek in Erfurt. Tot zover was het eenvoudig - het was logisch dat een fabrikant in de buurt (Jena ligt maar 50 km van Erfurt) een Zeiss microscoop nodig had. Maar in de notities bij de verkoop staat "nach Holland" ("naar Nederland"). Wat kan dit betekenen? En betekende dit dat deze microscoop veel langer bij de TU Delft is dan we dachten?
Het team heeft contact gehad met de archivarissen van het Zeiss-archief, die - tot nu toe - niets hebben kunnen vinden dat een onomstotelijk verband legt of verklaart waarom onze microscoop in 1857 door Trommsdorff "nach Holland" werd gekocht. Het team van de TU Delft heeft echter wel eigen theorieën.
Theorieën
Bekend is dat er contact was tussen Delft en Trommsdorf: er is een verslag van een bezoek van de Delftse fabrikanten Kipp & Zonen aan Trommsdorff in 1846. Niet bekend is of ze iets hebben meegenomen (en het is tien jaar te vroeg voor de TU Delft microscoop) maar het is zeker mogelijk. In ieder geval geeft het een sterkere link met Delft: gezien het feit dat deze microscoop op weg was naar Nederland, vergroot dit de waarschijnlijkheid dat Delft de beoogde bestemming was.
Aangenomen dat de microscoop bestemd was voor Kipp & Zonen, via een directe aankoop of een schenking, betekent dit dat de microscoop al sinds eind 1850 in Delft is. Maar hoe kwam het meer dan 150 jaar later in een kast bij TNW terecht?
Het was nodig dieper te graven in de geschiedenis van de TU Delft. Het blijkt dat een adviseur van Salm & Kipp (zoals Kipp & Zonen werd), Tidde Westerdijk, een zoon had - Jan Berend Westerdijk - die begin jaren 1950 docent werd aan de TU Delft. Er is een boek met "T. Westerdijk" op het schutblad in de Imaging Physics bibliotheek van TNW, wat betekent dat Westerdijk minstens één item aan de collectie heeft geschonken. Is het niet mogelijk, ja zelfs waarschijnlijk, dat de microscoop ook via een van deze Westerdijks bij de TU Delft terecht is gekomen? En van daaruit naar het team Maatwerk?
Natuurlijk, totdat documentatie is gevonden, kan dit alleen maar pure speculatie zijn. Dit is slechts het begin van het verhaal, niet het einde. Maar de mogelijkheid dat deze microscoop al zo lang in Delft is, is spannend!
Programma Maatwerk Facultaire Collecties / Maatwerk Facultaire Collecties
De faculteiten van de TU Delft beschikken over rijke en gevarieerde historische collecties die de ontwikkeling van de universiteit, het technisch onderzoek en het onderwijs in het algemeen weerspiegelen. Het programma Maatwerk Facultaire Collecties is gericht op het catalogiseren, toegankelijk maken en bevorderen van het gebruik van deze collecties voor onderwijs, onderzoek en presentaties. Meer informatie is hier te vinden: https://intranet.tudelft.nl/en/group/guest/-/programma-maatwerk-facultaire-collecties?
Overige vragen: Charlotte de Kort-Holtgrefe, communicatiemanager TNW, c.g.w.dekort@tudelft.nl, 06-14015135