Opinie: Vleesvervangers? Aan tafel moeten planten de heldenrol krijgen, en dieren een bijrol
Een houdbaar voedselsysteem komt er niet met nóg betere vleesvervangers, maar met een evenwichtige eetcultuur. Laat chef-koks en scholen ons leren hoe je lekker kunt koken met planten.
‘Vegetariër? Geen probleem, we hebben heerlijke vegaburgers met vegan kaas op het menu! Havermelk in je koffie?’ In groeiende mate verwelkomt de Nederlandse horeca de plantlievende klant. Dier-imitatieproducten worden hoopvol aangemoedigd omwille van duurzaamheid en dierenwelzijn.
Vleesvervangers staan duurzamere en gezondere oplossingen in de weg. Het is tijd om in te zetten op een verandering van onze eetcultuur, zonder onze identiteit te verliezen.
― Anna-Louisa Peeters
Toch zijn deze zogeheten ‘vlees- en zuivelanalogen’ geen wondermiddel in de transitie naar een houdbaar voedselsysteem. Sterker, ze staan duurzamere en gezondere oplossingen in de weg. Het is tijd om in te zetten op een verandering van onze eetcultuur, zonder onze identiteit te verliezen.
Alle cijfers zeggen hetzelfde: met het verkleinen van de veestapel kan de druk op het klimaat enorm worden verlaagd, natuur worden hersteld en dierenleed beperkt. Daarom zijn vleesvervangers bedacht, die naadloos aansluiten op bestaande eetgewoonten.
Fixatie
Ze zijn gezonder en duurzamer dan dierlijke producten en bovendien kan er goed aan worden verdiend. Wat daarbij wordt vergeten, is te kijken naar de consequenties van deze vlees-, zuivel-, ei- en zelfs visanalogen. Door die fixatie op dierachtige ingrediënten worden problemen in ons voedselsysteem in stand gehouden.
Allereerst gaat de toegenomen verkoop van bewerkte (vlees)vervangers in supermarkten vooralsnog niet gepaard met een vergelijkbare daling van hun dierlijke tegenhangers. Er wordt weliswaar iets minder vlees gegeten, maar het lijkt erop dat we tegelijkertijd meer vervangers gaan consumeren naast vlees, terwijl we gemiddeld al te veel eiwitten binnenkrijgen.
Hoewel duurzamer dan dierlijke producten, vervangers zijn vanwege hun bewerking een stuk minder duurzaam dan ‘laagbewerkte’ plantaardige alternatieven, zoals bonen, linzen, noten, zeewier en tofu.
― Anna-Louisa Peeters
En hoewel duurzamer dan dierlijke producten, vervangers zijn vanwege hun bewerking een stuk minder duurzaam dan ‘laagbewerkte’ plantaardige alternatieven, zoals bonen, linzen, noten, zeewier en tofu. Ook zijn de imitatieproducten vaak relatief zout en vet, waardoor ze minder gezond zijn dan de basale alternatieven. Kortom, we eten meer dan nodig en ook te veel bewerkt voedsel. De vervangers houden dit in stand.
Kikkererwten
Er is een ommezwaai nodig in onze eetcultuur. Om een maaltijd met kikkererwten in tomatensaus in plaats van een slavink als lekker en voedzaam te zien, moeten we ons wereldbeeld en onze verhalen aanpassen. De geschiedenis laat zien dat dit kan, en snel ook. Onze eetcultuur is continu in beweging.
Aardappelen eten we in Nederland bijvoorbeeld sinds de 16de eeuw, pizza en ‘pasta Bolo’ sinds de jaren zeventig en avocado’s doen we pas sinds de jaren negentig op ons broodje. Vergeet ook niet: vlees was uitzonderlijk tot de jaren vijftig, omdat het – terecht – kostbaar was. ‘Vaste keukens’ bestaan niet. Mensen zijn ontzettend wendbaar in wat ze eten, zolang het lekker, betaalbaar en niet te ingewikkeld is.
Met systematische ondersteuning is onze culturele wendbaarheid goed te stroomlijnen. Daarbij spelen drie groepen een essentiële rol.
Europese Unie
Ten eerste zijn daar de machtige partijen als de Europese Unie, nationale overheden, banken en supermarkten. Help de voedseltransitie door eindelijk – samen met boeren – de ware prijs voor eten te vragen. Als milieu-effecten worden doorberekend, is plantaardig aanzienlijk betaalbaarder dan dierlijk.
In de supermarkt moeten bonen en noten een prominente plek krijgen in plaats van dat stoffige conservenhoekje ergens achterin. Vlees en vis kunnen bij de delicatessen. Bied maaltijdboxen aan die standaard plantaardig zijn en stop met het stunten met dierlijke producten in de winkels.
Mensen zijn ontzettend wendbaar in wat ze eten, zolang het lekker, betaalbaar en niet te ingewikkeld is.
― Anna-Louisa Peeters
Ten tweede zijn mensen met een voorbeeldrol aan zet. Chef-koks en cateraars, help ons over onze angst voor het nieuwe, oftewel ‘neofobie’ heen, door ons op een veilige en speelse manier andere gerechten en ingrediënten te laten proeven. Zet plantaardige opties bovenaan het menu.
Pindakaas
Scholen, leer kinderen waar ons eten vandaan komt en hoe je lekker kunt koken met planten. Ouders, sta stil bij eetgewoonten in huis. Pindakaas in plaats van grillworst op een van de boterhammen maakt al uit.
Tot slot kunnen schrijvers, ontwerpers en influencers een belangrijke rol spelen. Want er is een nieuw verhaal nodig, waarin planten onze helden zijn en dieren een waardevolle, circulaire bijrol spelen. Gemotiveerd vanuit de zorg voor toekomstige generaties: ‘plant-dominant’, met sporadisch wat dierlijks. Dan zien we die linzenstoof in een ander daglicht, en kan de liefhebber – met mate – nog steeds genieten van een stamppot met echte rookworst.
Een houdbaar voedselsysteem komt er niet met nóg betere vleesvervangers, maar met een evenwichtige eetcultuur. En die is binnen handbereik.