Intreerede Co Verdaas: Gebiedsontwikkeling was nog nooit zo ingewikkeld (én gaaf)
Planoloog Co Verdaas kent de wereld van de ruimtelijke ontwikkeling als zijn broekzak. Als voormalig onderzoeker, politicus, bestuurder en adviseur weet hij hoezeer perspectieven op een project kunnen verschillen en hoe belangrijk het is sectorale belangen te overstijgen. Voor de in 2018 aangetreden praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling staat de uitwisseling en ontsluiting van kennis die relevant is voor een bij uitstek in de uitvoering geworteld vakgebied centraal. “De vraag hoe we Nederland inrichten lijkt lastiger te beantwoorden dan ooit. Deze leerstoel is er om overheden en marktpartijen de onderliggende complexiteit te helpen duiden.”
Wat is gebiedsontwikkeling eigenlijk?
“Gebiedsontwikkeling is ten eerste een manier om tegemoet te komen aan maatschappelijke behoeften op een behapbare schaal. Het is een recent begrip, mede ingegeven door decentralisatie van ruimtelijk beleid, maar we doen natuurlijk al eeuwen aan ruimtelijke ontwikkeling van gebieden. Als ik de zaken even heel eenvoudig voorstel, was de oorspronkelijke hoofdopgave: hoe zorg je voor een ordentelijke programmering van woningbouw? Nog immer een bijzonder belangrijke opgave maar intussen hebben we ook te maken met de behoefte aan een duurzame energiehuishouding, een andere invulling van mobiliteit, een klimaatbestendige omgeving en een circulaire economie. Sturen op een enkele maatschappelijke opgave, das war einmal.”
Hoe zou je het vakgebied typeren?
“Het is geen vakgebied waarin je kennis ontwikkelt door in een laboratorium tienmaal dezelfde proef te doen. Het draait eerder om ervaringen delen en analyseren. Dat maakt het vakgebied ook kwetsbaar, we spelen voortdurend leentjebuur bij andere disciplines met een lange ontwikkelingsgeschiedenis en theoretische grondslagen: de rechtsgeleerdheid, economische wetenschappen, milieuwetenschappen, civiele techniek, architectuur en stedenbouw. Maar gebiedsontwikkeling gaat ook over gedrag en organiseren. Het organiseren van samenwerking en van financiën, bijvoorbeeld. De leerstoel is niet voor niets ondergebracht bij de afdeling Management in the Built Environment (MBE).”
“Mijn voorganger, Friso de Zeeuw, en het team dat namens de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling de leerstoel ondersteunt, hebben het vakgebied vanaf 2006 duidelijk op de kaart gezet als een voortdurende analyse van een zeer dynamisch speelveld van functies, disciplines, partijen en geldstromen. Ik voeg daar graag een thematische focus aan toe: de koppeling met de klimaat-, energie- en mobiliteitsopgaven. Hoe die koppeling tot stand kan komen in uitvoerbare projecten, dat is wat we onderzoeken.”
Wat betekent dat voor jouw leerstoel?
“Het inrichten van een gebied is voor alle betrokkenen complexer, onoverzichtelijker geworden. De partners van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling, dat zijn zowel overheden als marktpartijen, herkennen dit dilemma. Een sectorale opgave zoals het bouwen van energiezuinige huizen snapt iedereen. Maar dan moet men ook nog rekening gaan houden met piekbuien en hittestress. Het combineren valt niet mee. De leerstoel wil systemische kennis losmaken en aanreiken op een systemisch niveau. De vraag is niet: hoe trek je een project vlot? Nee, hoe richt je de samenwerking zo in dat je überhaupt tot een project komt?”
“In het afgelopen jaar is de eerste aan deze leerstoel verbonden promovendus aan de slag gegaan. Ze richt zich op sociale duurzaamheid in gebiedsontwikkeling, typisch zo’n onderwerp waar nog weinig diepgaande kennis van is. Kennisoverdracht is overigens meer dan alleen wetenschappelijke artikelen publiceren. Juist in dit vakgebied staat een gesprek tussen vertegenwoordigers van verschillende sectoren vaak al gelijk aan een flinke portie kennisuitwisseling. Onze output bestaat behalve uit onderzoek uit bijeenkomsten en dialogen. Ons digitale platform gebiedsontwikkeling.nu is inmiddels een veel bezocht en gewaardeerd kanaal voor iedereen die bij het vakgebied is betrokken.”
De leerstoel betreft een deeltijdfunctie. Je bent ook lid van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur en op 28 maart 2019 trad je aan als dijkgraaf van het Waterschap Rivierenland. Hoe belangrijk is die praktijkervaring?
“Dit vak krijgt betekenis door het handelen in wat ik maar even ‘de echte wereld’ noem. Als dijkgraaf ervaar ik die realiteit dagelijks. Waterschappen zijn een partij geworden in gebiedsontwikkelingen. Waterbeheertaken zoals het bieden van bescherming tegen overstromingen en het omgaan met droogte kunnen van grote invloed zijn op de ontwikkeling van een gebied. Waterschappen staan ook vooraan om een gebied klimaatadaptief te helpen maken of om door het faciliteren van aquathermie een duurzame energievoorziening te helpen realiseren. Iedereen heeft elkaar nodig.”
Ruimtelijk ontwikkeling was nog nooit zo ingewikkeld?
“Ja, het is ingewikkeld maar – en dat hoop ik met mijn oratie duidelijk te maken – het is ook heel gaaf hoe we dat in Nederland doen: onze schaarse ruimte inrichten. We vergeten weleens hoe goed we zijn in het werken aan de toekomst. Kijk naar de rivierverruiming bij Nijmegen. Het graven van een nevengeul heeft geleid tot een eiland in de Waal waarop een mooi stedenbouwkundig programma is gerealiseerd. Door nieuwe bruggen zijn de Waaloevers beter verbonden dan voorheen. Dit project stuitte aanvankelijk op heel veel weerstand, nu is elke Nijmegenaar trots op het resultaat.”
Meer informatie
- Intreerede Co Verdaas: 3 juli 2019 | 15:00 | Aula TU Delft
- Hoogleraar Co Verdaas
- Praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling