Filter results

9657 resultaten

Israël-Hamas: CvB TU Delft pleit voor onmiddellijk staakt het vuren

Gezien de ontwikkeling van het conflict tussen Hamas en Israël sinds 7 oktober, de uitspraken van het Internationale Gerechtshof, signalen dat collega's en studenten zich niet meer veilig voelen, en de protesten op universiteiten, voelen het College van Bestuur en decanen van de TU Delft de behoefte om hun zorgen uit te spreken over de situatie in Gaza en Israël. We vinden het menselijk leed dat het geweld tussen Israël en Hamas heeft veroorzaakt afschuwelijk. We delen de gevoelens van verdriet, verbijstering en onmacht. We veroordelen alle schendingen van het humanitair oorlogsrecht, en hopen dat dit conflict zo snel mogelijk eindigt. We wijzen elke vorm van antisemitisme en islamofobie af. We onderschrijven de uitspraken van het Internationaal Gerechtshof en resoluties van de VN-Veiligheidsraad, waarin Israël wordt opgeroepen om de hongersnood in Gaza tegen te gaan, het dringende beroep wordt gedaan op Hamas om alle gijzelaars vrij te laten en gepleit wordt voor een onmiddellijk staakt-het-vuren. Samenwerking met Israël en Gaza Demonstraties op onze campus zijn tot nu toe vreedzaam verlopen. Onze gesprekken met actievoerders verlopen respectvol. Zij verdienen daarvoor een compliment. Dat neemt niet weg dat wij verschil van opvattingen hebben over samenwerkingsverbanden. Het beëindigen of bevriezen van alle contacten met onderwijsinstellingen van een land biedt geen oplossing. We vinden het van belang om in dialoog te blijven met studenten en collega’s uit conflictgebieden, omdat juist zij kunnen bijdragen aan verandering. Binnen TU Delft adviseert het team Kennisveiligheid of een bepaalde samenwerking toegestaan en/of wenselijk is. Als TU Delft houden we ons uiteraard aan de Nederlandse en Europese wetgeving. Bij kennisveiligheid gaat het dan over onderwerpen zoals dual use, maar binnen ons toetsingskader kennisveiligheid is ook expliciet aandacht voor mensenrechtelijke en ethische aspecten. Voor samenwerkingen die maatschappelijk debat oproepen, heeft TU Delft eerder al een zogeheten moreel beraad in het leven geroepen. Daarin worden kwesties van diverse kanten belicht. We willen daarom ook een moreel beraad organiseren over hoe gewaarborgd kan blijven dat samenwerkingen die de TU Delft aangaat hand in hand gaan met internationaal recht, naar de letter én naar de geest. We hebben besloten om geen lijst te publiceren van samenwerkingen met één individueel land omdat we ons zorgen maken over de sociale veiligheid van betrokken wetenschappers en studenten, een risico dat niet ondenkbeeldig is gezien de manier waarop de huidige maatschappelijke discussie woedt. Op de openbaar toegankelijke website CORDIS kan iedereen opzoeken met welke partners uit welke landen TU Delft samenwerkt in Europese onderzoeksprojecten. Als academische instelling maken wij ons grote zorgen over de vernietiging van de academische infrastructuur in Gaza. Juist omdat wetenschappers en studenten zo’n essentiële bijdrage kunnen leveren aan positieve verandering. We zullen daarom ons uiterste best doen om te onderzoeken op welke wijze de TU Delft kan bijdragen aan de wederopbouw van de educatieve en academische infrastructuur. We staan daarbij open voor suggesties, en zullen samen met andere universiteiten / UNL bepleiten dat OCW zich hier ook voor inspant. Open houding universiteit Van verschillende zijden worden we opgeroepen tot (politieke) stellingname voor of tegen een van de betrokken partijen. Naar ons oordeel past een dergelijke stellingname niet bij ons als universiteit. Als academische instelling willen we in gesprek blijven met academische instellingen uit andere landen, tenzij de overheid dit Nederlandse universiteiten expliciet verbiedt, bijvoorbeeld door het instellen van sancties. We willen ruimte blijven bieden aan onze medewerkers en studenten om inzichten en informatie te delen, zorgen te uiten en meningen te delen, binnen de bestaande medezeggenschap. Omdat het over onderwerpen gaat die ons raken, kunnen dat moeilijke, ongemakkelijke en/of pijnlijke gesprekken zijn. We vinden het daarbij essentieel dat de TU Delft een veilige plek is en blijft voor al onze studenten en medewerkers, ongeacht hun afkomst, achtergrond of politieke overtuiging. We stimuleren en faciliteren het onafhankelijk denken, kritische debat en analyse, in de hoop dat dit resulteert in oplossingen, innovaties en ideeën over hoe het anders kan. We moedigen onze wetenschappers ook aan hun expertise te delen met de maatschappij, omdat ze een belangrijke rol spelen in de duiding van het voortdurende conflict. We waarderen de betrokkenheid van studenten en medewerkers die op verschillende manieren aandacht blijven vragen voor dit onderwerp. We zijn blij dat er op diverse plekken binnen de universiteit het gesprek met elkaar gevoerd wordt en dat dit ook zal blijven gebeuren. We vragen onze gemeenschap om het gesprek met elkaar te voeren met aandacht en respect voor elkaar van mens tot mens. Er is binnen de TU Delft altijd ruimte voor verschil van mening, voor verschillende wetenschappelijke perspectieven en voor persoonlijke gevoelens. Oproepen tot haat, geweld, intimidatie of oproepen die anderszins die kaders van de open samenleving overschrijden, passen daar vanzelfsprekend niet bij. Het open gesprek met elkaar (blijven) voeren is extra belangrijk nu de spanning binnen universiteiten oploopt. Richtlijn protesten Universiteiten van Nederland Demonstreren en protesteren hoort bij onze democratie. Als College van Bestuur en decanen zullen we uiteraard ook in de toekomst vreedzame protesten rondom de situatie in Israël en Gaza blijven respecteren. Het bezetten van een gebouw of een terrein geldt niet als demonstreren/protesteren en is niet toegestaan, evenals zonder toestemming overnachten in gebouwen of op terreinen van de universiteit. Dit is in lijn met de op 14 mei verschenen UNL- richtlijn. College van Bestuur TU Delft.

Culture change is the main focus of the Plan for change on social safety

At the heart of the Plan for change on social safety is the promotion of cultural change. Developed in collaboration with insights from DEWIS and various stakeholders across the organisation, it underscores the need for cultural change to strengthen social safety and drive tangible progress, i.e. in increasing the representation of women in science at TU Delft. Based on your valuable contributions, collected through idea boxes distributed across faculties, we're pleased with TU Delft's commitment to prioritise the need for cultural change and to keep an eye on desired long-term cultural change and what is needed to achieve it. DEWIS will continue to organise activities that contribute to the necessary cultural change, e.g. workshops or theatre plays to create more awareness and to start the conversations about our social norms. In line with the UN's noble goal of gender equality, we strive for full and effective participation and equal leadership opportunities for all genders at all levels of decision-making. We therefore applaud TU Delft's determination to strengthen the position of women in science and to increase the proportion of female assistant, associate and full professors, department chairs and MT members. DEWIS has put forward actionable proposals to facilitate this, and we're ready to engage in a constructive discourse with the Executive Board and the Deans in the next phase. You can read the full Plan for change on social safety here. On 15 May, the Executive Board presented the plan to the Inspectorate of Education. The Supervisory Board then formally presented it to The Supervisory Board then formally presented it to the Minister of Education, Culture and Science Robbert Dijkgraaf.

Effect of vibrational modes on fluidization characteristics and solid distribution of cohesive micro- and nano-silica powders

Fluidization of powders with small particle sizes is typically troublesome due to their cohesive nature. These powders to not transition from a packed bed into a homogeneous fluidizing one upon the introduction of a gas flow. Rather, they tend to stay mostly stationary, forming vertical channels through which the gas can escape. Several methods have been studied to overcome this behaviour and initiate fluidization, one of which is vertical vibration. We hypothesized that a horizontal component of the vibration would be more effective in disrupting the channelling, since the vibration would work perpendicular to the channel direction. In our work we compared the fluidization quality of beds of micro- and nano-particles, subjected vertical and elliptical (a combination of vertical and horizontal) vibration. In contrast to our expectations, we found that adding a horizontal component mitigated the effect of the vibrations, to the point that channels mostly remained present in the bed, whereas solely vertically vibrated beds showed full fluidization. Additionally, utilizing sectional pressure drop measurements, we showed improvements in fluidization behaviour with respect to the superficial gas velocity, which could not be acquired through conventional indicators of fluidization. Finally, we confirmed our results by X-ray imaging, where the presence or absence of channels could easily be demonstrated. Rens Kamphorst, Kaiqiao Wu, Matthijs van Baarlen, Gabrie M.H. Meesters, J. Ruud van Ommen Rens Kamphorst Go to the publication

Half Height Horizontal

Nieuwe LDE trainee in D&I kantoor

Keehan Akbari is begin september begonnen als nieuwe LDE trainee bij het Diversity and Inclusion kantoor. Wat motiveerde hem om voor het D&I office te gaan werken, wat verwacht hij te bereiken tijdens dit traineeship? Lees het korte interview hieronder! Wat motiveerde je om je LDE-traineeship bij het Diversity and Inclusion office van TU Delft te volgen? Ik heb zowel de bachelor als de master Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie aan de Universiteit Leiden afgerond. Binnen deze discipline ging mijn interesse vooral uit naar thema's als inclusie en diversiteit. Nadat ik was aangenomen als trainee voor het LDE-traineeship, ontdekte ik dat één van de mogelijke opdrachten toebehoorde aan het Diversity and Inclusion office. De keuze was vervolgens wat mij betreft snel gemaakt. Ik zag dit namelijk als een uitgelezen kans om de theorieën die ik tijdens mijn studie had geleerd in de praktijk toe te passen. Welke specifieke vaardigheden of ervaringen breng je mee naar het D&I kantoor die zullen helpen inclusiviteit op de campus te bevorderen? Ik ben iemand die graag verbindt in plaats van polariseert door rekening te houden met verschillende perspectieven en belangen van stakeholders. Ik geloof dat dit de manier is waarop je het meeste kunt bereiken bij het bevorderen van diversiteit en inclusie. In mijn optiek moet je namelijk meerdere partijen aan boord krijgen om de beste resultaten te behalen. Wat zijn je belangrijkste doelen nu je hier begint en hoe hoop je een impact te hebben? Een belangrijk doel voor mij dit jaar is om studenten meer te betrekken bij diversiteit en inclusie aan de universiteit. Eén manier waarop ik dit wil bereiken is door bij te dragen aan de oprichting van D&I studententeams. Door een D&I-studententeam op te richten voor faculteiten, wordt het mogelijk om gericht diversiteits- en inclusie gerelateerde kwesties aan te pakken die van toepassing zijn op de desbetreffende faculteit. Hoe denk je de verschillende (studenten)gemeenschappen binnen de universiteit te benaderen? Aangezien ik nieuw ben aan de TU Delft, is het allereerst van belang om hier mijn netwerk uit te breiden. Daarom ben ik op dit moment bezig met het verkennen van de universiteit en het kennismaken met verschillende stakeholders. Daarnaast ben ik van plan om nauw contact te onderhouden met verschillende studenten- en studieorganisaties om samen te onderzoeken hoe we de samenwerking op het gebied van diversiteit en inclusie kunnen versterken. Welkom bij ons team Keehan en we wensen je veel succes met je traineeship!

Wetenschappers TU Delft en Cambridge University werken samen aan innovatieve methoden om klimaatverandering te bestrijden

Al ruim anderhalf jaar werken onderzoekers van de TU Delft en het Cambridge University Centre for Climate Repair intensief samen aan baanbrekende technieken om wolken te beïnvloeden in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Tijdens een tweedaagse bijeenkomst bespreken de teams hun voortgang. De onderzoekers van Cambridge richten zich op de technische ontwikkeling van een systeem dat zeewater kan vernevelen, waarbij zoutkristallen in de lucht worden gebracht om wolkenvorming te beïnvloeden. Het team van TU Delft, onder leiding van Prof. dr. ir. Herman Russchenberg, wetenschappelijk directeur van het TU Delft Climate Action Programma en hoogleraar Atmospheric Remote Sensing, onderzoekt de natuurkundige effecten van deze techniek. Prof. Russchenberg benadrukt het belang van dit onderzoek: "We hebben nu de eerste stappen gezet om noodmaatregelen te ontwikkelen tegen klimaatverandering. Als het nodig blijkt, moeten we voorbereid zijn om deze technieken in de praktijk te kunnen brengen. Liever gebruiken we het niet, maar het is goed om nu te onderzoeken hoe het werkt." Prof.dr.ir. Stefan Aarninkhof, decaan van de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen, is trots dat de eerste resultaten in deze unieke samenwerking nu zichtbaar zijn. Als de onderzoekers in Delft en Cambridge kunnen aantonen dat het concept veelbelovend is, zullen binnen een jaar de eerste kleinschalige experimenten op een verantwoordelijke manier van start gaan. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt dankzij de meerjarige steun van de Refreeze the Arctic Foundation, opgericht door de familie van TU Delft-alumnus Marc Salzer Levi . Dergelijke gulle bijdragen maken innovatief en impactvol onderzoek mogelijk dat dringende mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering, aanpakt. Grote donaties zoals deze stellen ons in staat om onderzoek van hoge impact en innovatie na te streven dat anders wellicht niet uitvoerbaar zou zijn, en tonen aan hoe onze gezamenlijke inzet en investeringen in de wetenschap kunnen leiden tot echte, transformerende oplossingen voor wereldwijde uitdagingen zoals klimaatverandering. Climate-Action Programme

Hoe systeemveiligheid Machine Learning systemen veiliger kunnen maken in de publieke sector

Machine Learning (ML), een vorm van AI waarbij patronen worden ontdekt in grote hoeveelheden data, kan heel handig zijn. Het wordt steeds vaker gebruikt, denk aan chatbot Chat GPT, voor gezichtsherkenning of aan spraaksoftware. Maar er zijn ook zorgen over de toepassing van ML systemen in de publieke sector. Hoe voorkom je dat het systeem bijvoorbeeld discrimineert, of op grote schaal fouten maakt met negatieve effecten op burgers? TU Delft wetenschappers, waaronder Jeroen Delfos, onderzochten hoe lessen uit de systeemveiligheid kunnen bijdragen aan een veiliger ML systeem in de publieke sector. ‘Beleidsmakers zijn druk met het bedenken van maatregelen om negatieve effecten van ML tegen te gaan. Uit ons onderzoek blijkt dat zij veel meer kunnen leunen op bestaande concepten en theorieën die hun waarde al hebben aangetoond in andere sectoren,’ zegt Jeroen Delfos. Jeroen Delfos Leren van andere sectoren In het onderzoek gebruikten de onderzoekers concepten van systeemveiligheid en systeemtheorie om de uitdagingen van het gebruik van ML systemen in de publieke sector te beschrijven. Delfos: ‘Concepten en tools uit de systeemveiligheidsliteratuur worden al veel gebruikt om de veiligheid van bijvoorbeeld de luchtvaart te ondersteunen, onder andere door ongelukken te analyseren met systeemveiligheidsmethodes, maar binnen het veld van AI en ML is dit nog niet gebruikelijk. Door de systeemtheoretische blik bekijken we veiligheid niet alleen als een resultaat van hoe de techniek werkt, maar juist als een resultaat van complexe set aan technische, sociale en organisationele factoren.’ De onderzoekers interviewden professionals uit de publieke sector om te zien welke factoren worden onderkend, en welke nog onderbelicht zijn. Bias Op een aantal punten kan terrein worden gewonnen om ML systemen in de publieke sector veiliger te maken. Zo wordt bijvoorbeeld bias in data nog vaak als een technisch probleem gezien, terwijl de oorsprong van die bias ver buiten het technische systeem kan liggen. Delfos: ’Denk dan bijvoorbeeld aan de registratie van criminaliteit. In buurten waar de politie vaker surveilleert wordt logischerwijs meer criminaliteit geregistreerd, waardoor deze buurten overgerepresenteerd worden in criminaliteitscijfers. Een ML systeem dat geleerd wordt patronen te ontdekken in deze cijfers zal deze bias gaan herhalen of zelf versterken. Het probleem zit echter in de manier van registreren, en niet in het ML systeem zelf.’ Risico’s verminderen Volgens de onderzoekers doen beleidsmakers en ambtenaren die bezig zijn met de ontwikkeling van ML systemen er goed aan om concepten van systeemveiligheid mee te nemen. Zo is het aan te raden om bij het ontwerpen van een ML systeem vooraf te identificeren wat voor ongelukken men wil voorkomen. Verder is een les vanuit systeemveiligheid, bijvoorbeeld in de luchtvaart, dat systemen in de praktijk de neiging hebben om over tijd steeds risicovoller te worden, omdat veiligheid steeds ondergeschikter raakt aan efficientie zolang er geen ongelukken gebeuren. ‘Het is dus belangrijk dat veiligheid een terugkomend onderwerp is bij evaluaties en dat de eisen voor veiligheid worden gehandhaafd’, aldus Delfos. Lees het paper over dit onderzoek.