Filter results

9625 resultaten

Resultaten initiatieven over samenwerking fossiele industrie

TU Delft is gecommitteerd aan het ondersteunen van de energietransitie en wil samenwerken met partners die deze missie onderschrijven. De vraag in hoeverre samenwerking met de fossiele brandstofindustrie bijdraagt aan de energietransitie houdt velen binnen en buiten de universiteit bezig. Afgelopen najaar werden drie initiatieven geïntroduceerd om studenten en medewerkers in de gelegenheid te stellen actief mee te denken over deze vraag. Het ging om een online raadpleging, open dialoogsessies en een moreel beraadkamer. De initiatieven zijn nu afgerond en hebben geresulteerd in vier aanbevelingen waar we mee aan de slag gaan. De aanbevelingen staan hieronder samengevat. 1. Wees transparant over samenwerking Bij alle drie de initiatieven werd duidelijk dat er binnen TU Delft veel behoefte is aan openheid over samenwerking. Het gaat daarbij om transparantie over samenwerkingen én over de motivatie voor deze samenwerkingen. In de online raadpleging koos 80% van de bijna 3.000 deelnemers voor het geven van openheid. Het was daarmee de meest populaire maatregel. 2. Koester en versterk een open gesprekscultuur De open dialogen en de bijeenkomsten van de moreel beraadkamer vonden plaats in een open sfeer en lieten zien dat het mogelijk is om in dergelijke settings een constructief, inhoudelijk gesprek te voeren. Er was bij de deelnemers behoefte aan meer dialoog over dit onderwerp. Ook de recente bevindingen van de Onderwijsinspectie over sociale veiligheid bevestigen dat TU Delft er goed aan doet om verder te bouwen aan een open gesprekscultuur. De drie initiatieven, of variaties daarop, kunnen hierbij behulpzame instrumenten zijn. 3. Stel voorwaarden aan samenwerking met de fossiele brandstofindustrie Uit de drie initiatieven komt naar voren dat er verschillende opvattingen leven over de vraag of samenwerking met de fossiele brandstofindustrie kan helpen om de energietransitie te versnellen. Een meerderheid van de deelnemers aan de raadpleging koos voor een maatregel om voorwaarden te stellen aan samenwerking (76%) – hetzij aan de partner (54%), hetzij aan de samenwerking zelf (58%). Er is geen breed gedragen signaal gegeven om op korte termijn in het geheel geen nieuwe samenwerkingen aan te gaan of om lopende samenwerkingen te stoppen. 4. Bepaal de rol van TU Delft in de energietransitie 94% van de deelnemers aan de online raadpleging vindt dat TU Delft een belangrijke rol heeft te vervullen in de energietransitie. Maar wat die rol precies inhoudt en hoe we die willen invullen is nog niet voldoende helder. Daarom wordt het gesprek hierover voortgezet. Wat is de ambitie van TU Delft, welke verantwoordelijkheid valt wetenschappers, andere medewerkers, studenten en bestuurders toe? Hoe zetten we voortschrijdend inzicht om in daden? Kunnen we hier op nieuwe manieren onze krachten bundelen met andere universiteiten? Het College van Bestuur heeft bovenstaande aanbevelingen overgenomen. Aan het Climate Action Programme en het Integrity Office is gevraagd om samen met collega’s uit andere organisatieonderdelen een kernteam samen te stellen om de coördinatie van de vervolgstappen op zich te nemen. Meer informatie Bekijk hieronder de stukken waarop bovenstaande aanbevelingen zijn gebaseerd. Advies aan het College van Bestuur ​​​​​​​Managementsamenvatting Moreel Beraadkamer ​​​Resultaten van de online raadpleging Rapportage over de open dialogen
Sandcastle on the beach

Volg de weg van het sediment

Stuart Pearson, coastal engineer bij TU Delft, ontvangt een NWO Veni-beurs. Hij gaat onderzoeken hoe sediment zich verplaatst. Op het niveau van een individuele zandkorrel. Zo hoopt hij een numeriek model te verifiëren waarmee precies de afgelegde route van het zand duidelijk wordt. Dit kan een uitkomst bieden om de kustbescherming op een natuurlijke manier te beïnvloeden en stimuleren. Duinen zijn belangrijke barrières om Nederland te beschermen tegen overstromingen. Om de kustlijn en haar beschermers in stand te houden, proberen coastal engineers het natuurlijke systeem te begrijpen. Zo kunnen ze nieuwe effectieve maatregelen ontwerpen om de kust te beschermen. S.G. (Stuart) Pearson S.G.Pearson@tudelft.nl Chaos De kust is voortdurend in beweging. Zand erodeert continu, waarna het elders weer ophoopt. Maar waar? Stuart Pearson zoomt in op een ongekend kleine schaal en wil erachter komen welke weg specifieke zandkorrels afleggen naar verschillende locaties aan de kust. Het is een enorme uitdaging om de korrels te volgen, en niet alleen omdat ze er allemaal hetzelfde uitzien. Golven en stromingen beïnvloeden het sedimenttransport in alle richtingen. "Het lijkt één grote chaotische puinhoop", zegt Pearson. "Ik beschouw kusten als een onderling verbonden netwerk van sedimentroutes, zoals een metrokaart die laat zien hoe stations met elkaar verbonden zijn. Deze connectiviteit onthult de verborgen structuur die ten grondslag ligt aan de chaotische sedimentroutes." Gekleurd zand in een groot zwembad Om deze routes te ontdekken werkt Pearson aan een experiment met een strand in een gecontroleerde laboratoriumsetting. Omdat het in de natuur bijna onmogelijk is om individuele korrels te onderscheiden, kwam hij op een kleurrijk idee. In een golfslagbassin ter grootte van een olympisch zwembad bij Deltares zal hij een strand aanleggen dat verdeeld is in vlakken met verschillende kleuren zand. "Ik heb een techniek ontwikkeld om een dataset te maken van de bewegingen van de korrels. Camera's zullen het bassin van bovenaf volgen en identificeren waar de verschillende kleuren terechtkomen, en vooral via welke weg ze daar komen." Numerieke modellen valideren Tijdens zijn PhD werkte Pearson aan een veldexperiment waarbij hij fluorescerend groen zand volgde bij de Waddeneilanden. "Het meten van de paden in ‘het wild’ is erg moeilijk", legt hij uit. "Ik kon zien waar een deel van het groene zand zich heen verplaatste, maar dat vertelt ons maar deels iets over het kustsysteem. Ik wil precies de routes van het systeem begrijpen, en dat kunnen we alleen in het lab doen.” Pearson ontwikkelde numerieke modellen om de meest plausibele routes te onderzoeken. Hij kijkt uit naar de nieuwe mogelijkheden dankzij deze veni-beurs: "Ik hoop met nieuwe laboratoriumexperimenten te bewijzen dat het model fysiek de juiste processen weergeeft. En daarnaast hoop ik dat andere onderzoekers hun modellen van sedimenttransport kunnen valideren aan de hand van mijn dataset."

Half Height Horizontal

NWO kent financiering toe voor innovatief onderzoek naar fysieke experimentele omgevingen

Hoe kan je innovaties uit experimenten mainstreamen? Een consortium onder leiding van professor Tamara Metze heeft een prestigieuze NWO subsidie ontvangen. In een zoektocht naar paden naar meer duurzame toekomsten, gaan Metze en haar team onderzoeken hoe verschillende vormen van innovatie in fieldlabs, zoals The Green Village, in stedelijke living labs, zoals het Energielab Zuidoost in Amsterdam, en allerlei burgerinitiatieven meer impact kunnen hebben op duurzaamheidstransities. Pilot paradox Een grote uitdaging is een hardnekkige "pilot paradox", waarbij veel geleerd en geïnnoveerd is in experimenteer omgevingen, maar zij er niet in lijken te slagen langdurige, systemische verandering voor elkaar te krijgen. Het project ‘From EXperiment to sustainable change: TRAnsformative methodologies for Innovation and learning’ (EXTRA) wil de “pilot paradox” overkomen. Daarin wordt veel ge-experimenteerd maar lange termijn, systeemverandering blijft moeilijk. Onderzoekers gaan samen met allerlei veranderaars bestaande kennis bij elkaar brengen. Tamara Metze: ‘Ik heb erg veel zin om te gaan ontdekken wat effectieve manieren van co-creatie zijn die het mainstreamen van de duurzame innovaties mogelijk maakt. We gaan ontdekken hoe leren en innovatie leiden tot blijvende veranderingen in regelgeving, beleid, financiële systemen en de biofysische omgeving.’ Tamara Metze Lees het NWO-persbericht Concrete tools Het project is cruciaal voor het versnellen van duurzaamheidstransities. Door via trans-disciplinair actie-onderzoek praktische tools te ontwikkelen voor allerlei veranderaars, wordt het eenvoudiger om de methoden van co-creatie en mainstreamen effectiever en overdraagbaar te maken. ‘Deze tools zullen niet alleen grassroots-innovatoren zoals start ups en living labs ondersteunen, maar ook invloed hebben op institutionele en organisatorische structuren, zodat de lessen uit experimenten beter verankerd worden in beleid, regelgeving en organisaties’, legt Metze uit. Op de lange termijn streeft het project naar een efficiënter innovatie-ecosysteem, dat bijdraagt aan meer impactvolle en duurzame resultaten voor zowel de samenleving als het milieu. Projectpartners TU Delft, VU Amsterdam, Wageningen University & Research, Hogeschool van Amsterdam, Erasmus Universiteit Rotterdam, Hogeschool Rotterdam, The Green Village, AMS Institute; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, WoonFriesland, Dijkstra Draisma, Provincie Noord-Holland, Ministerie van Binnenlandse Zaken, PRICE / Almere, BouwLab, Alliantie Samen Nieuw-West, Innovation Quarter.

Bijzondere golven worden veel groter dan het bekende maximum

Kruisende golven blijken extremer dan extreem te zijn. Deze bijzondere diepzeegolven, waar nog weinig over bekend is, kunnen vier keer steiler worden dan voor mogelijk werd gehouden. Dit blijkt uit onderzoek van de TU Delft en andere universiteiten dat vandaag is gepubliceerd is Nature. Lang geleden gingen er verhalen rond over mysterieuze monstergolven die uit het niets leken te ontstaan en zelfs grote schepen omverhaalden. Het mythische karakter werd verleden tijd toen zo’n monstergolf voor het eerst werd vastgelegd bij het Draupner platform in de Noordzee. In 2018 lukte het Ton van den Bremer en zijn collega’s bij de Universiteiten van Edinburgh en Oxford om voor het eerst ooit deze Draupner-golf na te bootsen in het lab. Dit bood hen de kans om de golf nauwkeurig te bestuderen. En dat gaf onverwachte inzichten. Meerdere golven stuwen water omhoog Uit nieuw onderzoek van het onderzoeksconsortium blijkt nu dat dit bijzondere type golf niet breekt op het moment dat het volgens gangbare theorieën zou moeten breken. De verklaring hiervoor ligt in de ontstaanswijze van het monster. Ton van den Bremer, expert op het gebied van vloeistofmechanica bij de TU Delft, licht toe: “De golven die de meeste mensen van het strand kennen rollen vooruit. Het type golf dat wij onderzochten komt voor op open water en ontstaat als er golven vanuit meerdere richtingen samenkomen.” Als deze golven met een hoge directionele spreiding samenkomen wordt het water omhooggestuwd, een staande golf. Een voorbeeld daarvan is een kruisgolf. Hoe ontstaan kruisgolven Onder bepaalde omstandigheden op zee komen golven uit meerdere richtingen voor. Dit kan gebeuren op een plek waar twee zeeën samenkomen, of waar de windplots van richting verandert, zoals in een orkaan. Als golven uit twee richtingen samenkomen ontstaat een kruisgolf, zolang de richtingen maar ver genoeg uit elkaar liggen. Uit het onderzoek blijkt ook dat hoe verder de richtingen uit elkaar liggen, hoe hoger de kruisgolf kan worden. De rollende golven breken bij een bepaald limiet en bereiken dan ook hun maximale steilheid. Het onderzoek laat zien dat golven met een hoge directionele spreiding wel tachtig procent steiler kunnen worden dan dit limiet, voordat ze beginnen te breken. Deze golven kunnen zo bijna twee keer hoger worden dan ‘gangbare golven’ voordat ze beginnen te breken. Rollende golf (l) en golf met hoge directionele spreiding (r). Zwellen terwijl het breekt De onderzoekers stuitten op nog een ander bijzonder fenomeen dat breekt met bestaande theorieën. En dat is ongekend, volgens Van den Bremer: “Als een golf eenmaal begint te breken zie je een witte kop ontstaan, en is er normaliter geen weg meer terug. Maar als een golf met een hoge directionele spreiding begint met breken, kan de golf nog steeds verder groeien.” Het onderzoek laat zien dat deze enorme golven, tijdens het breekproces, nog eens twee keer zo steil kunnen worden, wat al twee keer steiler was dat het oorspronkelijk limiet. Bij elkaar opgeteld kunnen de golven dus vier keer zo steil worden als voor mogelijk werd gehouden. Schade aan offshore constructies De kennis dat golven die uit meerdere richtingen komen wel vier keer groter kunnen worden dan gedacht, kan houvast bieden om bouwwerken in zee veiliger te maken. “De driedimensionaliteit van golven wordt vaak over het hoofd gezien bij het ontwerp van offshore windturbines en andere constructies. Onze bevindingen suggereren dat dit leidt tot ontwerpen die minder betrouwbaar zijn”, zegt Mark McAllister van de University of Oxford, die de experimenten leidde en inmiddels werkzaam als senior onderzoeker bij Wood Thilsted. Dankzij de innovatie verticale sensoren is het mogelijk om nauwkeurige 3D metingen te doen van de golven. Innovatie in 3D-meetmethode De inzichten zijn te danken aan de ontwikkeling van een 3D-meetmethode in het FloWave lab. “De gebruikelijke 2D-methoden om golven te onderzoeken waren niet toereikend”, vertelt Van den Bremer. De onderzoeksgroep ontwierp een nieuwe manier om een 3D-beeld van de golven te krijgen. Ross Calvert van de University of Edinburgh: “Voor het eerst is het gelukt om golfhoogtes te meten met zo'n hoge ruimtelijke resolutie over zo'n groot gebied. Zo konden we veel meer details begrijpen van het complexe breken van golven.” FloWave Ocean Energy Research Facility in Edinburgh. In het ronde bassin van 25 meter kunnen golven vanuit meerdere richtingen kunnen worden gegenereerd. Headerfoto door: Fabien Duboc